Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- tackling:
- tackle:
-
Wiktionary:
- tackle → aanpakken, tackelen
- tackle → aanbinden, aanvangen, beginnen, stoten op, zich stoten aan, aankaarten, aansnijden, aan land gaan, landen, aanlanden, aanklampen, aanspreken, toespreken, enteren, aanhaken, vasthaken, aan komen lopen, aanpakken, beginnen met, toetreden, aan wal komen, garnering, garnituur, stelletje
Engels
Uitgebreide vertaling voor tackling (Engels) in het Nederlands
tackling:
Vertaal Matrix voor tackling:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gareel | collar; gear; harness; tackling | |
harnas | collar; gear; harness; tackling | armor; armour; armour-plating; cuirass; suit of armor; suit of armour |
onderuithalen | tackling | |
takelwerk | cordage; rigging; tackling | |
toom | collar; gear; harness; tackling | bridle; rein; reins |
tuig | collar; gear; harness; tackling | rabble; ragtag; riff-raff; rigging; scum; vermin |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
onderuithalen | down; floor; knock down; tackle |
Verwante woorden van "tackling":
tackling vorm van tackle:
-
to tackle (down)
tekkelen; onderuithalen-
onderuithalen werkwoord (haal onderuit, haalt onderuit, haalde onderuit, haalden onderuit, onderuit gehaald)
Conjugations for tackle:
present
- tackle
- tackle
- tackles
- tackle
- tackle
- tackle
simple past
- tackled
- tackled
- tackled
- tackled
- tackled
- tackled
present perfect
- have tackled
- have tackled
- has tackled
- have tackled
- have tackled
- have tackled
past continuous
- was tackling
- were tackling
- was tackling
- were tackling
- were tackling
- were tackling
future
- shall tackle
- will tackle
- will tackle
- shall tackle
- will tackle
- will tackle
continuous present
- am tackling
- are tackling
- is tackling
- are tackling
- are tackling
- are tackling
subjunctive
- be tackled
- be tackled
- be tackled
- be tackled
- be tackled
- be tackled
diverse
- tackle!
- let's tackle!
- tackled
- tackling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the tackle (lifting tackle; hoisting engine; hoist; sheares)
Vertaal Matrix voor tackle:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
onderuithalen | tackling | |
takel voor lichte lasten | hoist; hoisting engine; lifting tackle; sheares; tackle | |
talie | hoist; hoisting engine; lifting tackle; sheares; tackle | |
- | fishing gear; fishing rig; fishing tackle; rig; rigging | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
onderuithalen | down; tackle | floor; knock down |
tekkelen | down; tackle | |
- | harness; take on; undertake |
Verwante woorden van "tackle":
Synoniemen voor "tackle":
Antoniemen van "tackle":
Verwante definities voor "tackle":
Wiktionary: tackle
tackle
Cross Translation:
verb
tackle
-
to face or deal with attempting to overcome or fight down
- tackle → aanpakken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• tackle | → aanbinden; aanvangen; beginnen; stoten op; zich stoten aan; aankaarten; aansnijden; aan land gaan; landen; aanlanden; aanklampen; aanspreken; toespreken; enteren; aanhaken; vasthaken; aan komen lopen; aanpakken; beginnen met; toetreden; aan wal komen | ↔ aborder — intransitif|fr marine|fr arriver au bord, prendre terre. |
• tackle | → garnering; garnituur; stelletje | ↔ garniture — Traductions à trier suivant le sens |