Table in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

table:
- tabel; lijst; tafel; eettafel
Wiktionary:
- table → tafel, tabel, vermenigvuldigingstafel, rekentafel, dis
- table → tabelleren
- table → tafel, lijst, nominatie, voordracht, tabel, ceel, cedel, rol, kraam

Engels

Uitgebreide vertaling voor table (Engels) in het Nederlands

the table (schedule; list)

– a set of data arranged in rows and columns ¹
de tabel
- tabel [de ~] zelfstandig naamwoord
de lijst
– opsomming of rij van woorden, getallen, namen, enzovoort ²
- lijst [de ~] zelfstandig naamwoord
  - ik heb hier een lijst met dertig namen²
de tafel
– lijst van uitkomsten van regelmatige vermenigvuldiging ²
- tafel [de ~] zelfstandig naamwoord
  - de tafel van drie begint met: een maal drie is drie, twee maal drie is ....²
the table (dining table; dinner table)

– a piece of furniture with tableware for a meal laid out on it ¹
de tafel
– horizontaal blad op poten ²
- tafel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  - in het midden van de kamer stond een ronde tafel²
de eettafel
- eettafel [de ~] zelfstandig naamwoord
the table

– a piece of furniture having a smooth flat top that is usually supported by one or more vertical legs ¹
de tafel
– horizontaal blad op poten ²
- tafel [de ~] zelfstandig naamwoord
  - in het midden van de kamer stond een ronde tafel²
the table

– One or more rows of cells commonly used to display numbers and other items for quick reference and analysis. Items in a table are organized into rows and columns. ³
de tabel
- tabel [de ~] zelfstandig naamwoord
the table

– A database object that stores data in records (rows) and fields (columns). The data is usually about a particular category of things, such as employees or orders. ³
de tabel
- tabel [de ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
eettafel	dining table; dinner table; table
lijst	list; schedule; table	SharePoint list; cornice; flat list; frame; frame work; framing; list; membership register; membership roll; molding; moulding; mounting; panel; picture frame; record; register; report; rim; statement; summary
tabel	list; schedule; table
tafel	dining table; dinner table; list; schedule; table
-	board; mesa; tabular array
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	tabularise; tabularize; tabulate
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	postpone; shelve

tabular array; array
furniture; piece of furniture; article of furniture
mesa; tableland; plateau
gathering; assemblage
board; fare
postpone; prorogue; hold over; put over; shelve; set back; defer; remit; put off; delay

a piece of furniture having a smooth flat top that is usually supported by one or more vertical legs¹
- it was a sturdy table¹
a piece of furniture with tableware for a meal laid out on it¹
- I reserved a table at my favorite restaurant¹
food or meals in general¹
- she sets a fine table¹
a set of data arranged in rows and columns¹
- see table 1¹
a company of people assembled at a table for a meal or game¹
- he entertained the whole table with his witty remarks¹
flat tableland with steep edges¹
arrange or enter in tabular form¹
One or more rows of cells commonly used to display numbers and other items for quick reference and analysis. Items in a table are organized into rows and columns.³
A database object that stores data in records (rows) and fields (columns). The data is usually about a particular category of things, such as employees or orders.³

table

noun

item of furniture
- table → tafel
grid of data in rows and columns
- table → tabel
collection of arithmetic calculations
- table → tafel; vermenigvuldigingstafel; rekentafel

verb

table

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• table	→ tafel	↔ Tisch — Möbelstück, das aus einer Platte mit vier oder drei Beinen oder mittigen Standfuß besteht
• table	→ lijst; nominatie; voordracht; tafel; tabel; ceel; cedel; rol	↔ liste — désuet\|fr bande, bordure.
• table	→ tafel	↔ table — Meuble, surface plane sur pieds
• table	→ kraam	↔ étal — Table de marché (2)