Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sweltering:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor sweltering (Engels) in het Nederlands

sweltering:

sweltering bijvoeglijk naamwoord

  1. sweltering (sultry; muggy; stuffy)
    zwoel; benauwd; broeierig
  2. sweltering (stuffy; muggy; stifling; )
    benauwd; bedompt; drukkend; muf
  3. sweltering
    broeiend

Vertaal Matrix voor sweltering:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedompt close; muggy; musty; stale; stifling; stuffy; sultry; sweltering
benauwd close; muggy; musty; stale; stifling; stuffy; sultry; sweltering awkward; critical; hard; painful; perilous; precarious; review; worrisome
broeierig muggy; stuffy; sultry; sweltering
drukkend close; muggy; musty; stale; stifling; stuffy; sultry; sweltering
muf close; muggy; musty; stale; stifling; stuffy; sultry; sweltering dusty; flat; fuggy; fusty; musty; stale; stuffy; unsavory; unsavoury; vapid
zwoel muggy; stuffy; sultry; sweltering
- sweltry
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
broeiend sweltering

Synoniemen voor "sweltering":


Verwante definities voor "sweltering":

  1. excessively hot and humid or marked by sweating and faintness1
    • a sweltering room1
    • sweltering athletes1

Wiktionary: sweltering

sweltering
  1. hot and humid
sweltering
adjective
  1. bijzonder warm, met name van weersgesteldheid.