Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. swear-word:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor swearword (Engels) in het Nederlands

swearword:


Vertaal Matrix voor swearword:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- curse; curse word; cuss; expletive; oath; swearing

Synoniemen voor "swearword":


Verwante definities voor "swearword":

  1. profane or obscene expression usually of surprise or anger1

Wiktionary: swearword


Cross Translation:
FromToVia
swearword scheldwoord Schimpfwort — ein abfälliges, herabwürdigendes und beleidigendes Wort gegenüber Personen

swear-word:

swear-word [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the swear-word (malediction; curse; anathema; imprecation)
    de vervloeking; de banvloek; de vloek; de verwensing; vertikking

Vertaal Matrix voor swear-word:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
banvloek anathema; curse; imprecation; malediction; swear-word
vertikking anathema; curse; imprecation; malediction; swear-word
vervloeking anathema; curse; imprecation; malediction; swear-word
verwensing anathema; curse; imprecation; malediction; swear-word
vloek anathema; curse; imprecation; malediction; swear-word

Computer vertaling door derden: