Sway in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

sway:
- schommelen; heen en weer zwaaien; slingeren; wiebelen; wiegen; wankelen; waggelen; wiegelen
- slingerende beweging; zwaai; slingering
Wiktionary:
- sway → zwaaien, verzetten
- sway → beïnvloeden, invloed hebben op

Engels

Uitgebreide vertaling voor sway (Engels) in het Nederlands

sway:

to sway werkwoord (sways, swayed, swaying)

to sway (cradle; swing; rock; roll)
schommelen; heen en weer zwaaien; slingeren; wiebelen; wiegen
- schommelen werkwoord (schommel, schommelt, schommelde, schommelden, geschommeld)
- heen en weer zwaaien werkwoord
- slingeren werkwoord (slinger, slingert, slingerde, slingerden, geslingerd)
- wiebelen werkwoord (wiebel, wiebelt, wiebelde, wiebelden, gewiebeld)
- wiegen werkwoord (wieg, wiegt, wiegde, wiegden, gewiegd)
to sway (stagger; falter)
wankelen
- wankelen werkwoord (wankel, wankelt, wankelde, wankelden, gewankeld)
to sway (waddle; stagger)
waggelen
- waggelen werkwoord (waggel, waggelt, waggelde, waggelden, gewaggeld)
to sway (lull; craddle)
schommelen; wiegen
- schommelen werkwoord (schommel, schommelt, schommelde, schommelden, geschommeld)
- wiegen werkwoord (wieg, wiegt, wiegde, wiegden, gewiegd)
to sway (wobble; whirl)
wiegelen
- wiegelen werkwoord (wiegel, wiegelt, wiegelde, wiegelden, gewiegeld)

Conjugations for sway:

present

sway
sway
sways
sway
sway
sway

simple past

swayed
swayed
swayed
swayed
swayed
swayed

present perfect

have swayed
have swayed
has swayed
have swayed
have swayed
have swayed

past continuous

was swaying
were swaying
was swaying
were swaying
were swaying
were swaying

future

shall sway
will sway
will sway
shall sway
will sway
will sway

continuous present

am swaying
are swaying
is swaying
are swaying
are swaying
are swaying

subjunctive

be swayed
be swayed
be swayed
be swayed
be swayed
be swayed

diverse

sway!
let's sway!
swayed
swaying

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

sway [the ~] zelfstandig naamwoord

the sway (fluctuation; swing; oscillation; swinging; nutation)
slingerende beweging; de zwaai; de slingering
- slingerende beweging [znw.] zelfstandig naamwoord
- zwaai [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- slingering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sway:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
slingerende beweging	fluctuation; nutation; oscillation; sway; swing; swinging
slingering	fluctuation; nutation; oscillation; sway; swing; swinging
zwaai	fluctuation; nutation; oscillation; sway; swing; swinging
-	careen; rock; tilt
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
heen en weer zwaaien	cradle; rock; roll; sway; swing	dangle; oscillate; rock; swing; swing to and fro
schommelen	craddle; cradle; lull; rock; roll; sway; swing
slingeren	cradle; rock; roll; sway; swing	dangle; fling about; oscillate; rock; swing; swing to and fro; throw
waggelen	stagger; sway; waddle
wankelen	falter; stagger; sway
wiebelen	cradle; rock; roll; sway; swing	coggle; wobble
wiegelen	sway; whirl; wobble
wiegen	craddle; cradle; lull; rock; roll; sway; swing
-	carry; persuade; rock; shake; swing

Verwante woorden van "sway":

swaying, sways

Synoniemen voor "sway":

power; powerfulness
rock; careen; tilt; lurch; pitch; pitching
rock; shake; move back and forth
swing
carry; persuade; influence; act upon; work
move; displace

Verwante definities voor "sway":

pitching dangerously to one side¹
controlling influence¹
move back and forth or sideways¹
- the tall building swayed¹
cause to move back and forth¹
- the wind swayed the trees gently¹
move or walk in a swinging or swaying manner¹
win approval or support for¹
- His speech did not sway the voters¹

Wiktionary: sway

sway

verb

To move or swing from side to side; or backward and forward; to rock
- sway → zwaaien

sway

verb

een zijdelingse beweging maken
- verzetten → sway
begroeten door met de hand heen en weer te bewegen
- zwaaien → sway

Cross Translation:

From	To	Via
• sway	→ beïnvloeden; invloed hebben op	↔ influer — faire impression sur une chose, exercer sur elle une action qui tendre à la modifier.

Verwante vertalingen van sway

sway one's hips

Remove Ads

Vertaal sway van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sway (Engels) in het Nederlands

sway:

to sway werkwoord (sways, swayed, swaying)

to sway (cradle; swing; rock; roll)

to sway (stagger; falter)

to sway (waddle; stagger)

to sway (lull; craddle)

to sway (wobble; whirl)

Conjugations for sway:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

sway [the ~] zelfstandig naamwoord

the sway (fluctuation; swing; oscillation; swinging; nutation)

Vertaal Matrix voor sway:

Verwante woorden van "sway":

Synoniemen voor "sway":

Verwante definities voor "sway":

Wiktionary: sway

Verwante vertalingen van sway