Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal surrender

Vertaal surrender van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. surrender:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor surrender (Engels) in het Nederlands

surrender:

to surrender werkwoord (surrenders, surrendered, surrendering)

  1. to surrender (give up)
    overgeven; strijd opgeven
  2. to surrender (hand in; turn in)
    inleveren; afgeven; overhandigen
    • inleveren werkwoord (lever in, levert in, leverde in, leverden in, ingeleverd)
    • afgeven werkwoord (geef af, geeft af, gaf af, gaven af, afgegeven)
    • overhandigen werkwoord (overhandig, overhandigt, overhandigde, overhandigden, overhandigd)
  3. to surrender (give in)
    toegeven; zich over geven
  4. to surrender (give in)
    erop achteruitgaan; geld inleveren
  5. to surrender (capitulate; give in)
    capituleren; opgeven; zich overgeven
    • capituleren werkwoord (capituleer, capituleert, capituleerde, capituleerden, gecapituleerd)
    • opgeven werkwoord (geef op, geeft op, gaf op, gaven op, opgegeven)
    • zich overgeven werkwoord
  6. to surrender (quit; capitulate; give up to)
    zich overgeven

Conjugations for surrender:

present
  1. surrender
  2. surrender
  3. surrenders
  4. surrender
  5. surrender
  6. surrender
simple past
  1. surrendered
  2. surrendered
  3. surrendered
  4. surrendered
  5. surrendered
  6. surrendered
present perfect
  1. have surrendered
  2. have surrendered
  3. has surrendered
  4. have surrendered
  5. have surrendered
  6. have surrendered
past continuous
  1. was surrendering
  2. were surrendering
  3. was surrendering
  4. were surrendering
  5. were surrendering
  6. were surrendering
future
  1. shall surrender
  2. will surrender
  3. will surrender
  4. shall surrender
  5. will surrender
  6. will surrender
continuous present
  1. am surrendering
  2. are surrendering
  3. is surrendering
  4. are surrendering
  5. are surrendering
  6. are surrendering
subjunctive
  1. be surrendered
  2. be surrendered
  3. be surrendered
  4. be surrendered
  5. be surrendered
  6. be surrendered
diverse
  1. surrender!
  2. let's surrender!
  5. surrendered
  6. surrendering
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor surrender:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afgeven delivering; turning out
opgeven applying; applying for something; asking for; requesting
overgeven barfing; puking; surrendering; vomiting; yielding
- capitulation; fall; giving up; resignation; yielding
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afgeven hand in; surrender; turn in blemish; bring; delate; deliver; deliver to the door; deliver up; extend; give; give to; hand; hand over; leave; offer; pass; present with; stain
capituleren capitulate; give in; surrender capitulate; give up; hand oneself in; hand oneself over to
erop achteruitgaan give in; surrender
geld inleveren give in; surrender
inleveren hand in; surrender; turn in deliver; hand over
opgeven capitulate; give in; surrender abandon; book; capitulate; cease; drop out; enlist; enrol; enroll; enter; give up; give up hope; hand down; hand oneself in; hand oneself over to; inscribe; pull out; quit; register; sacrifice; stop; subscribe; throw in the towel
overgeven give up; surrender be sick; bring up; capitulate; cede; delate; deliver up; extend; give; give to; give up; hand; hand oneself in; hand oneself over to; hand over; offer; pass; present with; puke; regurgigate; spew; spew out; throw up; upchuck; vomit; yield
overhandigen hand in; surrender; turn in bring; bring around; delate; deliver; deliver to the door; deliver up; extend; furnish; give; give to; hand; hand over; leave; offer; pass; present with; provide; put up for shipment; send; ship; supply
strijd opgeven give up; surrender
toegeven give in; surrender accede; admit; admit the truth
zich over geven give in; surrender
zich overgeven capitulate; give in; give up to; quit; surrender capitulate; give up; hand oneself in; hand oneself over to
- cede; deliver; give up
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- cession

Verwante woorden van "surrender":


Synoniemen voor "surrender":


Antoniemen van "surrender":


Verwante definities voor "surrender":

  1. the act of surrendering (usually under agreed conditions)1
  2. the delivery of a principal into lawful custody1
  3. a verbal act of admitting defeat1
  4. acceptance of despair1
  5. give up or agree to forgo to the power or possession of another1
    • The last Taleban fighters finally surrendered1
  6. relinquish possession or control over1
    • The squatters had to surrender the building after the police moved in1

Wiktionary: surrender

surrender
noun
  1. an act of surrendering
surrender
noun
  1. het opgeven van de strijd en zich aan de wijand onderwerpen
verb
  1. capituleren
Cross Translation:
FromToVia
• surrender → overgave ↔ Kapitulation — Völkerrecht: Vertrag, in welchem sich ein Vertragspartner den Anordnungen des andern Vertragspartners unterwirft
• surrender → gelatenheid; onderwerping; eenzaamheid; losheid; ongegeneerdheid; vrijmoedigheid; afstand; berusting; verlating; verlatenheid; woestheid; afstaan; cessie; concessie; toegeving ↔ abandon — à trier
• surrender → achterlaten ↔ abandonner — Ne plus vouloir de quelque chose ou de quelqu’un.
• surrender → zich overgeben ↔ rendre les armes — terme|Guerre capituler lors d'un conflit armé, se rendre.

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0773 seconde
Page rendered in 1.0 seconds