Engels

Uitgebreide vertaling voor suppress (Engels) in het Nederlands

suppress:

to suppress werkwoord (suppresss, suppressed, suppressing)

  1. to suppress
    onderdrukken; de kop indrukken
    • onderdrukken werkwoord (onderdruk, onderdrukt, onderdrukte, onderdrukten, onderdrukt)
    • de kop indrukken werkwoord (druk de kop in, drukt de kop in, drukte de kop in, drukten de kop in, de kop ingedrukt)
  2. to suppress (keep in control; revoke; withhold; )
    onderdrukken; terughouden; in bedwang houden; bedwingen; beteugelen
    • onderdrukken werkwoord (onderdruk, onderdrukt, onderdrukte, onderdrukten, onderdrukt)
    • terughouden werkwoord (houd terug, houdt terug, hield terug, hielden terug, teruggehouden)
    • in bedwang houden werkwoord (houd in bedwang, houdt in bedwang, hield in bedwang, hielden in bedwang, in bedwang gehouden)
    • bedwingen werkwoord (bedwing, bedwingt, bedwong, bedwongen, bedwongen)
    • beteugelen werkwoord (beteugel, beteugelt, beteugelde, beteugelden, beteugeld)
  3. to suppress (hide; disguise; conceal; )
    verbergen; achterhouden; verhullen; verduisteren; verstoppen; versluieren; verheimelijken; bemantelen
    • verbergen werkwoord (verberg, verbergt, verborg, verborgen, verborgen)
    • achterhouden werkwoord (houd achter, houdt achter, hield achter, hielden achter, achtergehouden)
    • verhullen werkwoord (verhul, verhult, verhulde, verhulden, verhuld)
    • verduisteren werkwoord (verduister, verduistert, verduisterde, verduisterden, verduisterd)
    • verstoppen werkwoord (verstop, verstopt, verstopte, verstopten, verstopt)
    • versluieren werkwoord (versluier, versluiert, versluierde, versluierden, versluierd)
    • verheimelijken werkwoord (verheimelijk, verheimelijkt, verheimelijkte, verheimelijkten, verheimelijkt)
    • bemantelen werkwoord (bemantel, bemantelt, bemantelde, bemantelden, bemanteld)
  4. to suppress (control; restrain; keep under control)
    bedwingen; in bedwang houden; beteugelen
    • bedwingen werkwoord (bedwing, bedwingt, bedwong, bedwongen, bedwongen)
    • in bedwang houden werkwoord (houd in bedwang, houdt in bedwang, hield in bedwang, hielden in bedwang, in bedwang gehouden)
    • beteugelen werkwoord (beteugel, beteugelt, beteugelde, beteugelden, beteugeld)

Conjugations for suppress:

present
  1. suppress
  2. suppress
  3. suppresss
  4. suppress
  5. suppress
  6. suppress
simple past
  1. suppressed
  2. suppressed
  3. suppressed
  4. suppressed
  5. suppressed
  6. suppressed
present perfect
  1. have suppressed
  2. have suppressed
  3. has suppressed
  4. have suppressed
  5. have suppressed
  6. have suppressed
past continuous
  1. was suppressing
  2. were suppressing
  3. was suppressing
  4. were suppressing
  5. were suppressing
  6. were suppressing
future
  1. shall suppress
  2. will suppress
  3. will suppress
  4. shall suppress
  5. will suppress
  6. will suppress
continuous present
  1. am suppressing
  2. are suppressing
  3. is suppressing
  4. are suppressing
  5. are suppressing
  6. are suppressing
subjunctive
  1. be suppressed
  2. be suppressed
  3. be suppressed
  4. be suppressed
  5. be suppressed
  6. be suppressed
diverse
  1. suppress!
  2. let's suppress!
  3. suppressed
  4. suppressing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor suppress:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verduisteren cheating; corruption; corruptions; defalcation; embezzlement; fencing; fraud; malversation; malversations; swindle; swindling
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achterhouden blur; conceal; disguise; gloss over; hide; hush up; mantle; suppress; veil blur; conceal; disguise; hide; hush up; nick; pinch; put aside; put away; reserve; restrain; set aside; snitch; steal
bedwingen control; crush; keep back; keep in control; keep under control; pulverise; pulverize; recant; restrain; retract; revoke; rub fine; subdue; suppress; take back; withhold control; keep back; moderate; subdue
bemantelen blur; conceal; disguise; gloss over; hide; hush up; mantle; suppress; veil blur; camouflage; conceal; cover; envelop; mantle; mask; shroud; swathe; veil; wrap
beteugelen control; crush; keep back; keep in control; keep under control; pulverise; pulverize; recant; restrain; retract; revoke; rub fine; subdue; suppress; take back; withhold check; control; curb; keep back; moderate; restrain; subdue
de kop indrukken suppress
in bedwang houden control; crush; keep back; keep in control; keep under control; pulverise; pulverize; recant; restrain; retract; revoke; rub fine; subdue; suppress; take back; withhold
onderdrukken crush; keep back; keep in control; pulverise; pulverize; recant; retract; revoke; rub fine; subdue; suppress; take back; withhold
terughouden crush; keep back; keep in control; pulverise; pulverize; recant; retract; revoke; rub fine; subdue; suppress; take back; withhold fend off; keep off; lay off; parry; put aside; put away; reserve; set aside
verbergen blur; conceal; disguise; gloss over; hide; hush up; mantle; suppress; veil blur; conceal; disguise; hide; hush up
verduisteren blur; conceal; disguise; gloss over; hide; hush up; mantle; suppress; veil blur; cadge; collar; conceal; darken; disguise; expropriate; filch; go thieving; hide; hush up; make off with; nick; obscure; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snitch; steal; swipe; take; take away
verheimelijken blur; conceal; disguise; gloss over; hide; hush up; mantle; suppress; veil blur; conceal; disguise; hide; hush up
verhullen blur; conceal; disguise; gloss over; hide; hush up; mantle; suppress; veil blur; camouflage; conceal; cover; envelop; mantle; mask; shroud; swathe; veil; wrap
versluieren blur; conceal; disguise; gloss over; hide; hush up; mantle; suppress; veil blur; camouflage; conceal; cover; envelop; mantle; mask; shroud; swathe; veil; wrap
verstoppen blur; conceal; disguise; gloss over; hide; hush up; mantle; suppress; veil blur; conceal; disguise; hide; hush up
- bottle up; conquer; crush; curb; inhibit; oppress; repress; stamp down; subdue

Verwante woorden van "suppress":


Synoniemen voor "suppress":


Verwante definities voor "suppress":

  1. reduce the incidence or severity of or stop1
    • suppress a yawn1
    • this drug can suppress the hemorrhage1
  2. to put down by force or authority1
    • suppress a nascent uprising1
  3. put out of one's consciousness1
  4. control and refrain from showing; of emotions, desires, impulses, or behavior1
  5. come down on or keep down by unjust use of one's authority1

Wiktionary: suppress

suppress
verb
  1. to hold in place, to keep low
suppress
verb
  1. onderwerpen of onderdrukken
  2. in bedwang houden
  3. zijn gevoelens van ergernis of pijn onder controle houden

Cross Translation:
FromToVia
suppress neerslaan; onderdrukken; smoren; verkroppen; verstikken suffoquerétouffer, faire perdre la respiration ou rendre la respiration difficile; il se dit ordinairement du manque de respiration qui arriver par quelque cause intérieure ou par l’effet de quelque vapeur nuisible.
suppress neerslaan; onderdrukken; smoren; verkroppen; verstikken étouffer — Faire mourir en arrêter la respiration.

Verwante vertalingen van suppress