Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
-
succour:
-
Wiktionary:
succour → baten, bijstaan, helpen, ter zijde staan, assisteren -
Synoniemen voor "succour":
relief; succor; ministration; aid; assist; assistance; help
succor; help; assist; aid
-
Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor succour (Engels) in het Nederlands
succour:
Vertaal Matrix voor succour:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | ministration; relief; succor | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | succor | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | assist; relief; succor |
Synoniemen voor "succour":
Verwante definities voor "succour":
Wiktionary: succour
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• succour | → baten; bijstaan; helpen; ter zijde staan; assisteren | ↔ secourir — aider ; courir à l’aide de quelqu’un ; prêter assistance à qui en avoir besoin de. |