Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- succeeding:
- succeed:
-
Wiktionary:
- succeed → opvolgen, slagen
- succeed → slagen, lukken, halen, inslaan, raken, teisteren, treffen, doorkomen, klaarspelen, slagen voor, bereiken, behalen, inhalen, reiken tot, inboeten, in de plaats stellen van, vervangen, aflossen, de plaats innemen van, inspringen, erin slagen, bewandelen, bijhouden, volgen, voortvloeien, opvolgen, beschrijven, gaan langs
Engels
Uitgebreide vertaling voor succeeding (Engels) in het Nederlands
succeeding:
-
succeeding (subsequent)
-
succeeding (following; subsequent; below; next)
volgende; navolgend; onderstaande-
volgende bijvoeglijk naamwoord
-
navolgend bijvoeglijk naamwoord
-
onderstaande bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor succeeding:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gelukken | succeeding; success; working | |
lukken | succeeding; success; working | |
slagen | succeeding; success; working | |
volgende | the next | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lukken | bring home the bacon; come through; deliver the goods; succeed; win | |
slagen | be successful | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
navolgend | below; following; next; subsequent; succeeding | |
- | future; next | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
onderstaande | below; following; next; subsequent; succeeding | |
opvolgend | subsequent; succeeding | |
volgende | below; following; next; subsequent; succeeding |
Verwante woorden van "succeeding":
Synoniemen voor "succeeding":
Antoniemen van "succeeding":
Verwante definities voor "succeeding":
succeed:
-
to succeed (accomplish)
voor elkaar krijgen; bewerkstelligen; klaarspelen; bedingen; fixen; lappen-
voor elkaar krijgen werkwoord
-
bewerkstelligen werkwoord (bewerkstellig, bewerkstelligt, bewerkstelligde, bewerkstelligden, bewerkstelligd)
-
fixen werkwoord
-
-
to succeed (achieve something; perform; achieve)
-
to succeed (win; come through; bring home the bacon; deliver the goods)
– attain success or reach a desired goal 1
Conjugations for succeed:
present
- succeed
- succeed
- succeeds
- succeed
- succeed
- succeed
simple past
- succeeded
- succeeded
- succeeded
- succeeded
- succeeded
- succeeded
present perfect
- have succeeded
- have succeeded
- has succeeded
- have succeeded
- have succeeded
- have succeeded
past continuous
- was succeeding
- were succeeding
- was succeeding
- were succeeding
- were succeeding
- were succeeding
future
- shall succeed
- will succeed
- will succeed
- shall succeed
- will succeed
- will succeed
continuous present
- am succeeding
- are succeeding
- is succeeding
- are succeeding
- are succeeding
- are succeeding
subjunctive
- be succeeded
- be succeeded
- be succeeded
- be succeeded
- be succeeded
- be succeeded
diverse
- succeed!
- let's succeed!
- succeeded
- succeeding
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor succeed:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lappen | cloths; coupons; vouchers | |
lukken | succeeding; success; working | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bedingen | accomplish; succeed | |
bewerkstelligen | accomplish; succeed | bring about; effect; realise; realize |
een prestatie leveren | achieve; achieve something; perform; succeed | |
fixen | accomplish; succeed | |
klaarspelen | accomplish; succeed | bring off; cope; finish; fix; fix it up; get done; manage; pull it off; pull off; pull the trick |
lappen | accomplish; succeed | do s.o. a bad turn; put it over on s.o. |
lukken | bring home the bacon; come through; deliver the goods; succeed; win | |
presteren | achieve; achieve something; perform; succeed | |
voor elkaar krijgen | accomplish; succeed | bring about; bring forth; bring off; cope; create; finish; fix; fix it up; generate; get done; manage; produce; pull it off; pull off; pull the trick |
- | come after; follow | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | be successful |
Verwante woorden van "succeed":
Synoniemen voor "succeed":
Antoniemen van "succeed":
Verwante definities voor "succeed":
Wiktionary: succeed
succeed
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• succeed | → slagen; lukken | ↔ gelingen — etwas erfolgreich zu Ende bringen |
• succeed | → halen; inslaan; raken; teisteren; treffen; doorkomen; klaarspelen; slagen; slagen voor; bereiken; behalen; inhalen; reiken tot | ↔ parvenir — Arriver à un point donné à la suite d’un déplacement. (Sens général) |
• succeed | → inboeten; in de plaats stellen van; vervangen; aflossen; de plaats innemen van; inspringen | ↔ remplacer — succéder à quelqu’un dans une place, dans un emploi. |
• succeed | → doorkomen; klaarspelen; slagen; slagen voor; erin slagen | ↔ réussir — Avoir une bonne ou une mauvaise issue. |
• succeed | → inboeten; in de plaats stellen van; vervangen | ↔ substituer — mettre une personne, une chose à la place d’une autre. |
• succeed | → bewandelen; bijhouden; volgen; voortvloeien; opvolgen; beschrijven; gaan langs | ↔ suivre — Traductions à trier suivant le sens |