Overzicht
Engels
Uitgebreide vertaling voor strict (Engels) in het Nederlands
strict:
-
strict (inflexible; severe; stern)
streng; gestreng; niet toegevend-
streng bijvoeglijk naamwoord
-
gestreng bijvoeglijk naamwoord
-
niet toegevend bijvoeglijk naamwoord
-
-
strict (according to the rules)
strikt; volgens de regels; streng-
strikt bijvoeglijk naamwoord
-
volgens de regels bijvoeglijk naamwoord
-
streng bijvoeglijk naamwoord
-
-
the strict (orthodox)
Vertaal Matrix voor strict:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fijne | greatness; know the ins and outs; the greatness of that feeling | |
streng | braided hair; plat; ponytail | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gestreng | inflexible; severe; stern; strict | |
kerks | churchgoing | |
streng | according to the rules; inflexible; severe; stern; strict | binding; precise; precisely; stringent |
strikt | according to the rules; strict | binding; precise; precisely; punctual; stringent |
- | exacting; hard-and-fast; nonindulgent; rigid; rigorous; stern | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kerks | orthodox; strict | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fijne | orthodox; strict | delicate; fine; lovely |
niet toegevend | inflexible; severe; stern; strict | |
volgens de regels | according to the rules; strict |
Verwante woorden van "strict":
Synoniemen voor "strict":
Antoniemen van "strict":
Verwante definities voor "strict":
Wiktionary: strict
strict
Cross Translation:
adjective
-
governed or governing by exact rules
- strict → streng
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• strict | → gestreng | ↔ gestreng — veraltend: die Einhaltung der festgelegten Ordnung oder bestimmter Regeln gebietend |
• strict | → bar; duchtig; hard; straf; streng; zwaar | ↔ austère — Qui est rigoureux pour le corps et qui mortifier les sens et l’esprit. — note Se dit surtout des doctrines et des pratiques religieux. |
• strict | → juist; minutieus; precies; scherp; secuur; stipt; zorgvuldig | ↔ précis — Qui est entièrement déterminé, qui ne laisser place à aucune incertitude. |
• strict | → streng; gestreng; strikt; wettisch | ↔ rigoureux — Qui faire preuve de rigueur, qui est d’une sévérité inflexible. |
• strict | → bar; duchtig; hard; straf; streng; zwaar | ↔ sévère — Qui est rigide, sans indulgence. |