Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal stoutness

Vertaal stoutness van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. stoutness:
  2. stout:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor stoutness (Engels) in het Nederlands

stoutness:

stoutness [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the stoutness (corpulence; overweight; plumpness)
    de zwaarlijvigheid; de corpulentie; gezetheid; de lijvigheid

Vertaal Matrix voor stoutness:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
corpulentie corpulence; overweight; plumpness; stoutness
gezetheid corpulence; overweight; plumpness; stoutness
lijvigheid corpulence; overweight; plumpness; stoutness corpulency
zwaarlijvigheid corpulence; overweight; plumpness; stoutness
- adiposis; corpulence; overweight; stalwartness
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- plumpness

Verwante woorden van "stoutness":


Synoniemen voor "stoutness":


Verwante definities voor "stoutness":

  1. the property of excessive fatness1
  2. the property of being strong and resolute1

stout:

stout bijvoeglijk naamwoord

  1. stout (obese)
    zwaarlijvig; dik; corpulent; lijvig; gezet
  2. stout (obese)
    vetlijvig
  3. stout (well built; solid; strong; sturdy; muscular)
    solide; stevig; sterk; robuust; ferm; stevig gebouwd; flink; fiks
  4. stout (vigorous; tough; drastic; )
    krachtdadig; doortastend; drastisch; sterk; ferm; krachtig
  5. stout (hefty; sturdy; powerfully built)
    stevig; fors; flink; potig
    • stevig bijvoeglijk naamwoord
    • fors bijvoeglijk naamwoord
    • flink bijvoeglijk naamwoord
    • potig bijvoeglijk naamwoord
  6. stout (solid; substantial; firm; stable)
    solide; stevig; degelijk

Vertaal Matrix voor stout:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dik dregs; lees; muck; sediment; sludge
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
corpulent obese; stout
degelijk firm; solid; stable; stout; substantial consummate; convincing; deep; durable; in depth; legitimate; penetrating; perfect; profound; reasonable; reliable; solid; sound; substantial; thorough; valid
dik obese; stout bulky; sizeable; thick
doortastend drastic; energetic; energetically; forceful; potent; powerful; robust; stout; strong; tough; vigorous bold; brisk; courageous; drastic; energetic; firm; forceful; potent; powerful; resolute; strong; vigorous
drastisch drastic; energetic; energetically; forceful; potent; powerful; robust; stout; strong; tough; vigorous drastic; energetic; forceful; potent; powerful; strong; vigorous
ferm drastic; energetic; energetically; forceful; muscular; potent; powerful; robust; solid; stout; strong; sturdy; tough; vigorous; well built bold; brisk; courageous; decisive; drastic; energetic; firm; forceful; morally strong; potent; powerful; resolute; robust; standing-on; staunch; stiff; strapping; strong; unshakable; vigorous
fiks muscular; solid; stout; strong; sturdy; well built firm; standing-on; staunch; stiff
flink hefty; muscular; powerfully built; solid; stout; strong; sturdy; well built big; considerable; conspicuous; enormous; firm; forceful; glorious; great; haughty; large; lofty; morally strong; notable; powerful; proud; remarkable; respectable; robust; standing-on; staunch; stiff; strapping; striking; strong; substantial; tall; tough; vast; vigorous
fors hefty; powerfully built; stout; sturdy big; burly; considerable; conspicuous; enormous; great; heavily built; heavyset; large; massive; notable; remarkable; respectable; robust; striking; sturdy; substantial; tall; vast
gezet obese; stout
krachtdadig drastic; energetic; energetically; forceful; potent; powerful; robust; stout; strong; tough; vigorous bold; brisk; courageous; drastic; energetic; firm; forceful; potent; powerful; resolute; strong; vigorous
krachtig drastic; energetic; energetically; forceful; potent; powerful; robust; stout; strong; tough; vigorous bold; brisk; courageous; drastic; effective; efficient; emphatic; energetic; fierce; firm; forceful; full of energy; intense; pointed; potent; powerful; resolute; robust; severe; strapping; strong; vigorous; violent
lijvig obese; stout bulky; detailed; elaborate; extensive; sizeable; voluminous
potig hefty; powerfully built; stout; sturdy heavily built; heavyset; massive
robuust muscular; solid; stout; strong; sturdy; well built heavily built; heavyset; massive
solide firm; muscular; solid; stable; stout; strong; sturdy; substantial; well built convincing; legitimate; reasonable; solid; sound; valid
sterk drastic; energetic; energetically; forceful; muscular; potent; powerful; robust; solid; stout; strong; sturdy; tough; vigorous; well built powerful; robust; strapping; strong; vigorous
stevig firm; hefty; muscular; powerfully built; solid; stable; stout; strong; sturdy; substantial; well built burly; firm; powerful; robust; stable; standing-on; staunch; steady; stiff; stiff conversation; strapping; strong; sturdy; vigorous
zwaarlijvig obese; stout
- hardy; portly; stalwart; sturdy
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
flink game
- inclined to stoutness; somewhat stout
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stevig gebouwd muscular; solid; stout; strong; sturdy; well built
vetlijvig obese; stout

Verwante woorden van "stout":


Synoniemen voor "stout":


Verwante definities voor "stout":

  1. euphemisms for `fat'1
    • men are portly and women are stout1
  2. dependable1
    • stout hearts1
  3. having rugged physical strength; inured to fatigue or hardships1
    • stout seamen1
  4. a garment size for a large or heavy person1
  5. a strong very dark heavy-bodied ale made from pale malt and roasted unmalted barley and (often) caramel malt with hops1

Wiktionary: stout

stout
noun
  1. brew
  2. fatso
  3. large clothing size
stout
adjective
  1. zwaarlijvig, dik, corpulent
  2. van groot lichaamsgewicht
Cross Translation:
FromToVia
• stout → resoluut; vastbesloten ↔ mannhaft — entschlossen, tatkräftig
• stout → krjgshaftig ↔ mannhaft — tapfer, unerschrocken
• stout → dik; lijvig ↔ gros — Qui a beaucoup de circonférence ou de volume.
• stout → degelijk; deugdelijk; flink; gedegen; hecht; solide; vast ↔ solide — physique|fr Qui a de la consistance.
• stout → dik; lijvig ↔ épais — Qui a une certaine mesure dans la dimension transversale.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0538 seconde
Page rendered in 1.0 seconds