Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- starve:
-
Wiktionary:
- starve → verhongeren, [[sterven van de honger]], rammelen, uithongeren
- starve → nood lijden, gebrek lijden, gappen, ontvreemden, stelen, afpellen, jassen, schillen, beroven, ontnemen, ontdoen, ontvellen, stropen, villen, ontbloten, ontdekken
Engels
Uitgebreide vertaling voor starve (Engels) in het Nederlands
starve:
-
to starve (die of hunger)
-
to starve (hunger; be hungry; die)
-
to starve
-
to starve (emaciate)
Conjugations for starve:
present
- starve
- starve
- starves
- starve
- starve
- starve
simple past
- starved
- starved
- starved
- starved
- starved
- starved
present perfect
- have starved
- have starved
- has starved
- have starved
- have starved
- have starved
past continuous
- was starving
- were starving
- was starving
- were starving
- were starving
- were starving
future
- shall starve
- will starve
- will starve
- shall starve
- will starve
- will starve
continuous present
- am starving
- are starving
- is starving
- are starving
- are starving
- are starving
subjunctive
- be starved
- be starved
- be starved
- be starved
- be starved
- be starved
diverse
- starve!
- let's starve!
- starved
- starving
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor starve:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
honger hebben | starve | |
honger lijden | die of hunger; starve | |
hongeren | be hungry; die; die of hunger; hunger; starve | |
hongerlijden | be hungry; die; hunger; starve | |
rammelen | starve | clang; clink; jangle; jingle; rattling |
uithongeren | die of hunger; starve | |
verdorsten | emaciate; starve | |
verhongeren | be hungry; die; die of hunger; hunger; starve | |
verrekken | be hungry; die; hunger; starve | die |
- | crave; famish; hunger; lust; thirst |
Verwante woorden van "starve":
Synoniemen voor "starve":
Antoniemen van "starve":
Verwante definities voor "starve":
Wiktionary: starve
starve
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• starve | → nood lijden; gebrek lijden | ↔ darben — Not leiden |
• starve | → gappen; ontvreemden; stelen; afpellen; jassen; schillen; beroven; ontnemen; ontdoen; ontvellen; stropen; villen; ontbloten; ontdekken | ↔ dépouiller — Traductions à trier suivant le sens |