Starter in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

starter:
- voorgerecht; starter; beginner; aspirant; beginneling; beginster; bieder; inzetter
Wiktionary:
- starter → voorgerecht, voorafje
- starter → starter

Engels

Uitgebreide vertaling voor starter (Engels) in het Nederlands

the starter (first course)
het voorgerecht
- voorgerecht [het ~] zelfstandig naamwoord
the starter (beginner)
de starter
- starter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the starter (beginner)
de beginner; de aspirant; de beginneling
- beginner [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- aspirant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- beginneling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the starter (beginner)
de beginner
- beginner [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the starter (beginner)
beginster
- beginster [znw.] zelfstandig naamwoord
the starter (bidder)
de bieder; inzetter
- bieder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- inzetter [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aspirant	beginner; starter	applicant; bachelor; candidate; interested party; nominee
beginneling	beginner; starter
beginner	beginner; starter
beginster	beginner; starter
bieder	bidder; starter
inzetter	bidder; starter
starter	beginner; starter
voorgerecht	first course; starter
-	appetiser; appetizer; crank; dispatcher; entrant; fledgeling; fledgling; freshman; neophyte; newbie; newcomer; starter motor; starting motor

a culture containing yeast or bacteria that is used to start the process of fermentation or souring in making butter or cheese or dough¹
- to make sourdough you need a starter¹
a hand tool consisting of a rotating shaft with parallel handle¹
an electric motor for starting an engine¹
food or drink to stimulate the appetite (usually served before a meal or as the first course)¹
any new participant in some activity¹
the official who signals the beginning of a race or competition¹
a contestant in a team sport who is in the game at the beginning¹

starter

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• starter	→ starter	↔ démarreur — (term, Transports) appareil servant à mettre en marche un propulseur ou un moteur.