Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal staffs

Vertaal staffs van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. staffs:
  2. staff:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor staffs (Engels) in het Nederlands

staffs:

staffs [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the staffs (batons)
    de batons; staffen
    • batons [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • staffen [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor staffs:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
batons batons; staffs
staffen batons; staffs

Verwante woorden van "staffs":


staffs vorm van staff:

staff [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the staff (executive; executives)
    leidinggevend personeel; de staf; het kader
  2. the staff (employees; personnel; servants; manpower)
    de werknemers; de employees
  3. the staff (steering; servants; personnel; manpower; employees)
    de bediening; de besturing
  4. the staff
    het personeel

staff werkwoord

  1. staff (man; crew)
    bemannen
    • bemannen werkwoord (beman, bemant, bemande, bemanden, bemand)

Vertaal Matrix voor staff:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bediening employees; manpower; personnel; servants; staff; steering service; serving
besturing employees; manpower; personnel; servants; staff; steering control; price; quotation; rate; stock price; value
employees employees; manpower; personnel; servants; staff
kader executive; executives; staff cornice; frame; frame work; framing; molding; moulding; mounting; panel; rim
leidinggevend personeel executive; executives; staff executive
personeel staff crew; employees; personnel; work force; workforce
staf executive; executives; staff bar; baton; cane; club; crew; employees; personnel; rod; stave; stick; truncheon; work force
werknemers employees; manpower; personnel; servants; staff
- faculty; stave
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bemannen crew; man; staff

Verwante woorden van "staff":


Synoniemen voor "staff":


Verwante definities voor "staff":

  1. a strong rod or stick with a specialized utilitarian purpose1
    • he walked with the help of a wooden staff1
  2. (music) the system of five horizontal lines on which the musical notes are written1
  3. a rod carried as a symbol1
  4. the body of teachers and administrators at a school1
    • the dean addressed the letter to the entire staff of the university1
  5. personnel who assist their superior in carrying out an assigned task1
    • the hospital has an excellent nursing staff1
    • the general relied on his staff to make routine decisions1
  6. building material consisting of plaster and hair; used to cover external surfaces of temporary structure (as at an exposition) or for decoration1
  7. provide with staff1
    • This position is not always staffed1
  8. serve on the staff of1
    • The two men staff the reception desk1

Wiktionary: staff

staff
noun
  1. long, straight stick
  2. series of horizontal lines
  3. employees of a business
staff
noun
  1. set van vijf lijnen
  2. een stok bedoeld voor ondersteuning of onderscheiding van een persoon
Cross Translation:
FromToVia
• staff → farceren ↔ farcieren — Gastronomie: mit einer zuvor hergestellten Farce füllen
• staff → advocatuur; advocatenstand; balie; baar; paal; pijp; roede; schacht; spijl; stang ↔ barreau — barre de bois ou de fer qui sert de clôture.
• staff → baar; paal; pijp; roede; schacht; spijl; stang; staf; stok ↔ bâton — Morceau de bois assez long
• staff → hengel; staf; stok ↔ canne — Nom générique donner à plusieurs espèces de roseaux, tels que le roseau commun, la canne d’Inde, la canne odorante, le bambou, etc.
• staff → baar; paal; pijp; roede; schacht; spijl; stang ↔ gaule — Grande perche.
• staff → paal ↔ perche — Longue pièce de bois

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van staffs







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0766 seconde
Page rendered in 1.0 seconds