Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal squeaker

Vertaal squeaker van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. squeaker:
  2. squeak:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor squeaker (Engels) in het Nederlands

squeaker:

squeaker [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the squeaker (informer; tell-tale)
    het verklikkerlichtje; de verklikker
  2. the squeaker (tell-tale; squealer; informer)
    de klikspaan
  3. the squeaker (betrayer; traitor; squealer; villain; traitress)
    de verrader; verlinker; verklapper

Vertaal Matrix voor squeaker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klikspaan informer; squeaker; squealer; tell-tale
verklapper betrayer; squeaker; squealer; traitor; traitress; villain
verklikker informer; squeaker; tell-tale informer; snooper
verklikkerlichtje informer; squeaker; tell-tale
verlinker betrayer; squeaker; squealer; traitor; traitress; villain
verrader betrayer; squeaker; squealer; traitor; traitress; villain
- close call; close shave; narrow escape; squeak

Verwante woorden van "squeaker":

  • squeakers

Synoniemen voor "squeaker":


Verwante definities voor "squeaker":

  1. something achieved (or escaped) by a narrow margin1
  2. any artifact that makes a squeaking sound when used1
    • those sneakers are squeakers1
    • which hinge is the squeaker?1

squeak:

to squeak werkwoord (squeaks, squeaked, squeaking)

  1. to squeak (beep; rattle; twitter; chirp; tweet)
    piepen
    • piepen werkwoord (piep, piept, piepte, piepten, gepiept)
  2. to squeak (betray; inform against; peach; squeal; give away)
    verraden; uitbrengen; verklikken; verklappen; aangeven; verlinken; aanbrengen
    • verraden werkwoord (verraad, verraadt, verried, verrieden, verraden)
    • uitbrengen werkwoord (breng uit, brengt uit, bracht uit, brachten uit, uitgebracht)
    • verklikken werkwoord (verklik, verklikt, verklikte, verklikten, verklikt)
    • verklappen werkwoord (verklap, verklapt, verklapte, verklapten, verklapt)
    • aangeven werkwoord (geef aan, geeft aan, gaf aan, gaven aan, aangegeven)
    • verlinken werkwoord (verlink, verlinkt, verlinkte, verlinkten, verlinkt)
    • aanbrengen werkwoord (breng aan, brengt aan, bracht aan, brachten aan, aangebracht)

Conjugations for squeak:

present
  1. squeak
  2. squeak
  3. squeaks
  4. squeak
  5. squeak
  6. squeak
simple past
  1. squeaked
  2. squeaked
  3. squeaked
  4. squeaked
  5. squeaked
  6. squeaked
present perfect
  1. have squeaked
  2. have squeaked
  3. has squeaked
  4. have squeaked
  5. have squeaked
  6. have squeaked
past continuous
  1. was squeaking
  2. were squeaking
  3. was squeaking
  4. were squeaking
  5. were squeaking
  6. were squeaking
future
  1. shall squeak
  2. will squeak
  3. will squeak
  4. shall squeak
  5. will squeak
  6. will squeak
continuous present
  1. am squeaking
  2. are squeaking
  3. is squeaking
  4. are squeaking
  5. are squeaking
  6. are squeaking
subjunctive
  1. be squeaked
  2. be squeaked
  3. be squeaked
  4. be squeaked
  5. be squeaked
  6. be squeaked
diverse
  1. squeak!
  2. let's squeak!
  5. squeaked
  6. squeaking
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

squeak [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the squeak (bleep)
    de pieptoon
    • pieptoon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor squeak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanbrengen splitting; tattle taling; telling of tales
aangeven declaration
pieptoon bleep; squeak
- close call; close shave; narrow escape; squeaker
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanbrengen betray; give away; inform against; peach; squeak; squeal assemble; construct; fit; instal; install; lay; place; set up
aangeven betray; give away; inform against; peach; squeak; squeal declare; define; delate; deliver up; extend; give; give to; hand; hand over; indicate; offer; pass; pinpoint; point; point out; point to; present with; show
piepen beep; chirp; rattle; squeak; tweet; twitter
uitbrengen betray; give away; inform against; peach; squeak; squeal issue; publish
verklappen betray; give away; inform against; peach; squeak; squeal blab; blurt out; denounce; disclose; give away; inform against; let slip out; peach; report; reveal; squeal; tell tales; tip the scales
verklikken betray; give away; inform against; peach; squeak; squeal blab; disclose; give away; inform against; reveal; squeal; tattle; tell tales
verlinken betray; give away; inform against; peach; squeak; squeal blab; disclose; give away; inform against; reveal; squeal
verraden betray; give away; inform against; peach; squeak; squeal blab; blurt out; disclose; give away; inform against; let slip out; reveal; squeal; tip the scales
- creak; screak; screech; skreak; whine

Verwante woorden van "squeak":


Synoniemen voor "squeak":


Verwante definities voor "squeak":

  1. something achieved (or escaped) by a narrow margin1
  2. a short high-pitched noise1
    • the squeak of shoes on powdery snow1
  3. make a high-pitched, screeching noise1

Wiktionary: squeak

squeak
verb
  1. emit sound
squeak
verb
  1. het geluid van een muisje
Cross Translation:
FromToVia
• squeak → kwetteren; piepen; sjilpen; tjilpen ↔ gazouiller — Faire entendre un chant léger et agréable, parler des petits oiseaux.
• squeak → knarsen; knersen; kraken; krassen ↔ grincer — produire un bruit aigre en serrer les dents les unes contre les autres sous l’action de l’agacement, de la douleur ou de la colère.
• squeak → kwetteren; piepen; sjilpen; tjilpen ↔ pépier — émettre de petits cris, comme font les petits oiseaux.

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0373 seconde
Page rendered in 1.0 seconds