Engels

Uitgebreide vertaling voor squandered (Engels) in het Nederlands

squandered:


Vertaal Matrix voor squandered:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- wasted

Synoniemen voor "squandered":


Verwante definities voor "squandered":

  1. not used to good advantage1
    • squandered money cannot be replaced1

squandered vorm van squander:

to squander werkwoord (squanders, squandered, squandering)

  1. to squander (waste; dissipate)
    verspillen; verkwanselen; verbrassen; verkwisten; verkopen; verboemelen
    • verspillen werkwoord (verspil, verspilt, verspilde, verspilden, verspild)
    • verkwanselen werkwoord (verkwansel, verkwanselt, verkwanselde, verkwanselden, verkwanseld)
    • verbrassen werkwoord (verbras, verbrast, verbraste, verbrasten, verbrast)
    • verkwisten werkwoord (verkwist, verkwistte, verkwistten, verkwist)
    • verkopen werkwoord (verkoop, verkoopt, verkocht, verkochten, verkocht)
    • verboemelen werkwoord (verboemel, verboemelt, verboemelde, verboemelden, verboemeld)
  2. to squander (spend)
    opmaken; potverteren
    • opmaken werkwoord (maak op, maakt op, maakte op, maakten op, opgemaakt)
    • potverteren werkwoord (potverteer, potverteert, potverteerde, potverteerden, potverteerd)
  3. to squander (waste; spill; dissipate; slop; mess)
    verspillen; verdoen
    • verspillen werkwoord (verspil, verspilt, verspilde, verspilden, verspild)
    • verdoen werkwoord (verdoe, verdoet, verdeed, verdeden, verdaan)
  4. to squander (flog)
    versjacheren
    • versjacheren werkwoord (versjacher, versjachert, versjacherde, versjacherden, versjacherd)

Conjugations for squander:

present
  1. squander
  2. squander
  3. squanders
  4. squander
  5. squander
  6. squander
simple past
  1. squandered
  2. squandered
  3. squandered
  4. squandered
  5. squandered
  6. squandered
present perfect
  1. have squandered
  2. have squandered
  3. has squandered
  4. have squandered
  5. have squandered
  6. have squandered
past continuous
  1. was squandering
  2. were squandering
  3. was squandering
  4. were squandering
  5. were squandering
  6. were squandering
future
  1. shall squander
  2. will squander
  3. will squander
  4. shall squander
  5. will squander
  6. will squander
continuous present
  1. am squandering
  2. are squandering
  3. is squandering
  4. are squandering
  5. are squandering
  6. are squandering
subjunctive
  1. be squandered
  2. be squandered
  3. be squandered
  4. be squandered
  5. be squandered
  6. be squandered
diverse
  1. squander!
  2. let's squander!
  3. squandered
  4. squandering
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor squander:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opmaken draft; draw up; edit; formulate
verkopen pushing; selling; trading
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opmaken spend; squander adorn; burn up; consume; decorate; dress; dunnage; finish; garnish; get started; make a start; make up; make-up; ornament; put on make-up; spend; trim; use; use up
potverteren spend; squander
verboemelen dissipate; squander; waste
verbrassen dissipate; squander; waste
verdoen dissipate; mess; slop; spill; squander; waste
verkopen dissipate; squander; waste deal in; handle; hawk; peddle; push; sell
verkwanselen dissipate; squander; waste
verkwisten dissipate; squander; waste
versjacheren flog; squander
verspillen dissipate; mess; slop; spill; squander; waste
- blow; consume; ware; waste

Verwante woorden van "squander":


Synoniemen voor "squander":


Antoniemen van "squander":


Verwante definities voor "squander":

  1. spend extravagantly1
  2. spend thoughtlessly; throw away1
    • You squandered the opportunity to get and advanced degree1

Wiktionary: squander

squander
verb
  1. to waste
squander
verb
  1. iets gebruiken zonder dat je het goed of volledig benut

Cross Translation:
FromToVia
squander opmaken; verdoen; verklungelen; verkwisten; vermorsen; verspillen; uiteendrijven; uiteenjagen; verspreiden; verstrooien dissiperdétruire en disperser.
squander verkwisten; opmaken; verdoen; verklungelen; vermorsen; verspillen prodiguerdonner, dépenser avec profusion.