Engels
Uitgebreide vertaling voor split up (Engels) in het Nederlands
split up:
-
to split up (itemize; separate; itemise)
– separate into parts or portions 1 -
to split up (separate; break up; go separate ways; part)
– discontinue an association or relation; go different ways 1uit elkaar gaan; scheiden; uiteengaan; van elkaar gaan-
uit elkaar gaan werkwoord (ga uit elkaar, gaat uit elkaar, ging uit elkaar, gingen uit elkaar, uit elkaar gegaan)
-
van elkaar gaan werkwoord (ga van elkaar, gaat van elkaar, ging van elkaar, gingen van elkaar, gingen van elkaat)
-
-
to split up
zich splitsen-
zich splitsen werkwoord
-
Conjugations for split up:
present
- split up
- split up
- splits up
- split up
- split up
- split up
simple past
- split up
- split up
- split up
- split up
- split up
- split up
present perfect
- have split up
- have split up
- has split up
- have split up
- have split up
- have split up
past continuous
- was splitting up
- were splitting up
- was splitting up
- were splitting up
- were splitting up
- were splitting up
future
- shall split up
- will split up
- will split up
- shall split up
- will split up
- will split up
continuous present
- am splitting up
- are splitting up
- is splitting up
- are splitting up
- are splitting up
- are splitting up
subjunctive
- be split up
- be split up
- be split up
- be split up
- be split up
- be split up
diverse
- split up!
- let's split up!
- split up
- splitting up
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
split up (apart; from each other; parted)
uit elkaar; uiteen; uitelkaar; vaneen; van elkander; uit elkander; van elkaar-
uit elkaar bijvoeglijk naamwoord
-
uiteen bijwoord
-
uitelkaar bijvoeglijk naamwoord
-
vaneen bijwoord
-
van elkander bijvoeglijk naamwoord
-
uit elkander bijvoeglijk naamwoord
-
van elkaar bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor split up:
Synoniemen voor "split up":
Antoniemen van "split up":
Verwante definities voor "split up":
Computer vertaling door derden: