Spill in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

spill:
- morsen; knoeien; vlekken; kladden; verspillen; verdoen
- lek; lekkage
Wiktionary:
- spill → morsen
- spill → gemorste
- spill → kantelen, omgooien, omkeren, omvergooien, ten val brengen

Engels

Uitgebreide vertaling voor spill (Engels) in het Nederlands

spill:

to spill werkwoord (spills, spilled, spilling)

to spill (mess; slop)
morsen; knoeien; vlekken; kladden
- morsen werkwoord (mors, morst, morste, morsten, gemorst)
- knoeien werkwoord (knoei, knoeit, knoeide, knoeiden, geknoeid)
- vlekken werkwoord (vlek, vlekt, vlekte, vlekten, gevlekt)
- kladden werkwoord (klad, kladt, kladde, kladden, geklad)
to spill (waste; dissipate; slop; mess; squander)
verspillen; verdoen
- verspillen werkwoord (verspil, verspilt, verspilde, verspilden, verspild)
- verdoen werkwoord (verdoe, verdoet, verdeed, verdeden, verdaan)

Conjugations for spill:

present

spill
spill
spills
spill
spill
spill

simple past

spilled
spilled
spilled
spilled
spilled
spilled

present perfect

have spilled
have spilled
has spilled
have spilled
have spilled
have spilled

past continuous

was spilling
were spilling
was spilling
were spilling
were spilling
were spilling

future

shall spill
will spill
will spill
shall spill
will spill
will spill

continuous present

am spilling
are spilling
is spilling
are spilling
are spilling
are spilling

subjunctive

be spilled
be spilled
be spilled
be spilled
be spilled
be spilled

diverse

spill!
let's spill!
spilled
spilling

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

spill [the ~] zelfstandig naamwoord

the spill (leakage; leak)
de lek; de lekkage
- lek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- lekkage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor spill:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
lek	leak; leakage; spill	hole; leak; leakage; punch-mark; puncture
lekkage	leak; leakage; spill
vlekken		stains
-	fall; release; spillage; spillway; tumble; wasteweir
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kladden	mess; slop; spill	doodle; scrawl; scribble
knoeien	mess; slop; spill	bungle; fool about; fool around; mess about; mess around
morsen	mess; slop; spill
verdoen	dissipate; mess; slop; spill; squander; waste
verspillen	dissipate; mess; slop; spill; squander; waste	dissipate; squander; waste
vlekken	mess; slop; spill	blemish; stain
-	disgorge; pour forth; run out; shed; slop; splatter; talk
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
lek		faulty; leaky; punctured

Verwante woorden van "spill":

spilling, spilled, spills

Synoniemen voor "spill":

liquid
spillway; wasteweir; conduit
spillage; release; flow; stream
tumble; fall; slip; trip
slop; splatter; move; displace
run out; run; flow; feed; course
shed; disgorge
pour forth; pour
talk; tell

Verwante definities voor "spill":

a sudden drop from an upright position¹
- he had a nasty spill on the ice¹
the act of allowing a fluid to escape¹
a channel that carries excess water over or around a dam or other obstruction¹
liquid that is spilled¹
- clean up the spills¹
reduce the pressure of wind on (a sail)¹
reveal information¹
- The former employee spilled all the details¹
cause or allow (a solid substance) to flow or run out or over¹
- spill the beans all over the table¹
pour out in drops or small quantities or as if in drops or small quantities¹
- spill blood¹
cause or allow (a liquid substance) to run or flow from a container¹
- spill the milk¹
flow, run or fall out and become lost¹
- The milk spilled across the floor¹
- The wine spilled onto the table¹

Wiktionary: spill

spill

verb

transitive: to drop something so that it spreads out
- spill → morsen

noun

something that has been dropped
- spill → gemorste

spill

verb

(overgankelijk) materiaal daar laten belanden waar niet thuis hoort
- morsen → spill

Cross Translation:

From	To	Via
• spill	→ kantelen; omgooien; omkeren; omvergooien; ten val brengen	↔ renverser — Traductions à trier suivant le sens

Remove Ads

Vertaal spill van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spill (Engels) in het Nederlands

spill:

to spill werkwoord (spills, spilled, spilling)

to spill (mess; slop)

to spill (waste; dissipate; slop; mess; squander)

Conjugations for spill:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

spill [the ~] zelfstandig naamwoord

the spill (leakage; leak)

Vertaal Matrix voor spill:

Verwante woorden van "spill":

Synoniemen voor "spill":

Verwante definities voor "spill":

Wiktionary: spill