Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- spent:
- spend:
-
Wiktionary:
- spent → vermoeid, uitgeput
- spend → uitgeven, doorbrengen, besteden
- spend → slijten, verslijten, verbrengen, besteden, spanderen, spenderen, uitgeven, verteren
Engels
Uitgebreide vertaling voor spent (Engels) in het Nederlands
spent:
-
spent
besteed; uitgegeven; gespendeerd-
besteed bijvoeglijk naamwoord
-
uitgegeven bijvoeglijk naamwoord
-
gespendeerd bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor spent:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | dog-tired; exhausted; fagged; fatigued; played out; washed-out; worn out; worn-out | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | over; past | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
besteed | spent | |
gespendeerd | spent | |
uitgegeven | spent |
Verwante woorden van "spent":
Synoniemen voor "spent":
Verwante definities voor "spent":
spent vorm van spend:
-
to spend (pay)
-
to spend (pass)
-
to spend (consume; use up; use)
-
to spend
iets uitgeven-
iets uitgeven werkwoord
-
-
to spend (squander)
Conjugations for spend:
present
- spend
- spend
- spends
- spend
- spend
- spend
simple past
- spent
- spent
- spent
- spent
- spent
- spent
present perfect
- have spent
- have spent
- has spent
- have spent
- have spent
- have spent
past continuous
- was spending
- were spending
- was spending
- were spending
- were spending
- were spending
future
- shall spend
- will spend
- will spend
- shall spend
- will spend
- will spend
continuous present
- am spending
- are spending
- is spending
- are spending
- are spending
- are spending
subjunctive
- be spent
- be spent
- be spent
- be spent
- be spent
- be spent
diverse
- spend!
- let's spend!
- spent
- spending
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor spend:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
opmaken | draft; draw up; edit; formulate | |
slijten | tiring out; wearing out | |
uitgeven | publication; publishing | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
besteden | pass; pay; spend | |
doorbrengen | pass; spend | |
doorjagen | consume; spend; use; use up | |
iets uitgeven | spend | |
opmaken | consume; spend; squander; use; use up | adorn; burn up; consume; decorate; dress; dunnage; finish; garnish; get started; make a start; make up; make-up; ornament; put on make-up; trim; use up |
potverteren | spend; squander | |
slijten | pass; spend | become worn; get worn out; sell; wear out |
spenderen | pay; spend | |
uitgeven | pay; spend | issue; launch; publish; release; start |
verbruiken | consume; spend; use; use up | consume; use; utilise; utilize |
- | drop; expend; pass | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
verbruiken | consume |
Verwante woorden van "spend":
Synoniemen voor "spend":
Verwante definities voor "spend":
Wiktionary: spend
spend
Cross Translation:
verb
spend
-
-
- spend → uitgeven; doorbrengen
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• spend | → slijten; verslijten; verbrengen | ↔ verbringen — besonders mit Angaben von Zeit und Zeiträumen (Jugend, Alter, Leben, Ferien, Wochenende, usw.): eine Zeitdauer verstreichen lassen |
• spend | → besteden; spanderen; spenderen; uitgeven; verteren | ↔ dépenser — Employer telle ou telle somme à l’achat de telle ou telle chose. |