Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor soul (Engels) in het Nederlands

soul:

soul [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the soul
    de ziel
    • ziel [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. the soul (disposition; character; mind; heart)
    het karakter; de mentaliteit; het gemoed; de natuur; de geaardheid; de aard; de inborst; de inslag
    • karakter [het ~] zelfstandig naamwoord
    • mentaliteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gemoed [het ~] zelfstandig naamwoord
    • natuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • geaardheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • aard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • inborst [de ~] zelfstandig naamwoord
    • inslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. the soul (drive; thoroughness; energy; )
    momentum; de esprit; de energie; de daadkracht; de werklust; de kracht; de puf; de aandrift; de fut
    • momentum [znw.] zelfstandig naamwoord
    • esprit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • energie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • daadkracht [de ~] zelfstandig naamwoord
    • werklust [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kracht [de ~] zelfstandig naamwoord
    • puf [de ~] zelfstandig naamwoord
    • aandrift [de ~] zelfstandig naamwoord
    • fut [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. the soul (psyche; spirit)
    de psyche; innerlijk
    • psyche [de ~] zelfstandig naamwoord
    • innerlijk [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor soul:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aandrift drive; energy; gin; impetus; jenever; momentum; soul; spirit; spunk; strength; thoroughness craving; drive; impulse; instigation; instinct; natural drive; natural urge; urge; urging
aard character; disposition; heart; mind; soul category; class; genre; kind; nature; type
daadkracht drive; energy; gin; impetus; jenever; momentum; soul; spirit; spunk; strength; thoroughness
energie drive; energy; gin; impetus; jenever; momentum; soul; spirit; spunk; strength; thoroughness current; electric current; intensity; power; strength; vigor; vigour; will-power
esprit drive; energy; gin; impetus; jenever; momentum; soul; spirit; spunk; strength; thoroughness
fut drive; energy; gin; impetus; jenever; momentum; soul; spirit; spunk; strength; thoroughness
geaardheid character; disposition; heart; mind; soul character; nature
gemoed character; disposition; heart; mind; soul
inborst character; disposition; heart; mind; soul disposition; inclination; nature
innerlijk psyche; soul; spirit
inslag character; disposition; heart; mind; soul
karakter character; disposition; heart; mind; soul character; font; nature; personality; type; typeface
kracht drive; energy; gin; impetus; jenever; momentum; soul; spirit; spunk; strength; thoroughness ability; authority; capacity; courage; fervor; fervour; fiber; fibre; fierceness; force; fortitude; intensity; power; strength; vehemence; vigor; vigour; violence
mentaliteit character; disposition; heart; mind; soul mentality; state of mind
momentum drive; energy; gin; impetus; jenever; momentum; soul; spirit; spunk; strength; thoroughness
natuur character; disposition; heart; mind; soul character; nature
psyche psyche; soul; spirit
puf drive; energy; gin; impetus; jenever; momentum; soul; spirit; spunk; strength; thoroughness
werklust drive; energy; gin; impetus; jenever; momentum; soul; spirit; spunk; strength; thoroughness assiduity; diligence; diligentness; fervor; fervour; industriousness; industry; zeal
ziel soul
- individual; mortal; person; psyche; somebody; someone; soulfulness
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
innerlijk inner; inside; interior; internal; inward; spiritual
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
kracht power

Verwante woorden van "soul":

  • souls

Synoniemen voor "soul":


Verwante definities voor "soul":

  1. the human embodiment of something1
    • the soul of honor1
  2. a secular form of gospel that was a major Black musical genre in the 1960s and 1970s1
    • soul was politically significant during the Civil Rights movement1
  3. deep feeling or emotion1
  4. the immaterial part of a person; the actuating cause of an individual life1
  5. a human being1

Wiktionary: soul

soul
noun
  1. the spirit or essence of a person that is believed to live on after the person’s death
  2. life, energy, vigour
  3. soul music
soul
noun
  1. inborst, gevoelsleven
  2. het wezen van het niet-stoffelijke van de mens

Cross Translation:
FromToVia
soul ziel Seele — Charakterisches Merkmal lebender Wesen, das Unsterbliche
soul ziel; geest; gemoed âmeprincipe de la vie chez un être humain.

Verwante vertalingen van soul