Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sorcery:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor sorcery (Engels) in het Nederlands

sorcery:

sorcery [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the sorcery (enchantment; witchcraft; magic; magic spell; magic power)
    de tovenarij
  2. the sorcery (enchantment; witchcraft; magic power; magic spell; magic)
    de toverkunst
  3. the sorcery (witchcraft; witchery; black magic; )
    de hekserij; zwarte magie; de toverij; het heksenwerk
  4. the sorcery (ticklish job; witchcraft; magic trick; piece of magic)
    de heksentoer

Vertaal Matrix voor sorcery:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heksentoer magic trick; piece of magic; sorcery; ticklish job; witchcraft
heksenwerk black magic; magic; magic trick; piece of magic; sorcery; witchcraft; witchery very difficult job
hekserij black magic; magic; magic trick; piece of magic; sorcery; witchcraft; witchery
tovenarij enchantment; magic; magic power; magic spell; sorcery; witchcraft
toverij black magic; magic; magic trick; piece of magic; sorcery; witchcraft; witchery
toverkunst enchantment; magic; magic power; magic spell; sorcery; witchcraft
zwarte magie black magic; magic; magic trick; piece of magic; sorcery; witchcraft; witchery
- black art; black magic; necromancy
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- witchcraft; witchery

Synoniemen voor "sorcery":


Verwante definities voor "sorcery":

  1. the belief in magical spells that harness occult forces or evil spirits to produce unnatural effects in the world1

Wiktionary: sorcery

sorcery
noun
  1. magical power

Cross Translation:
FromToVia
sorcery toverij enchantement — propre|fr ou (figuré) action d’enchanter; ou résultat de cette action.
sorcery toverij sortilègeaction de jeter un sort ; maléfice, artifice de sorcier.