Solidarity in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

solidarity:
- saamhorigheid; verbondenheid; solidariteit; eensgezindheid; lotsverbondenheid; harmonie; eendrachtigheid; eendracht; solidariteitsgevoel; saamhorigheidsgevoel
Wiktionary:
- solidarity → gemeenschapsgevoel, gemeenschapszin, solidariteit, verbondenheid
- solidarity → saamhorigheid, solidariteit, gemeenschapszin

Engels

Uitgebreide vertaling voor solidarity (Engels) in het Nederlands

the solidarity (togetherness; alliance; connection; connexion)
de saamhorigheid; de verbondenheid; de solidariteit; de eensgezindheid
- saamhorigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verbondenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- solidariteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- eensgezindheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the solidarity (sympathy)
de verbondenheid; de lotsverbondenheid
- verbondenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- lotsverbondenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the solidarity (concord; harmony; conscencus; consonance; consensus; accord; unanimity; consensus of opinion)
de eensgezindheid; de harmonie; de eendrachtigheid; de eendracht
- eensgezindheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- harmonie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- eendrachtigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- eendracht [de ~] zelfstandig naamwoord
the solidarity
het solidariteitsgevoel
- solidariteitsgevoel [het ~] zelfstandig naamwoord
the solidarity (feeling of solidarity; sentiment of unity; unanimity)
het saamhorigheidsgevoel; de solidariteit
- saamhorigheidsgevoel [het ~] zelfstandig naamwoord
- solidariteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
eendracht	accord; concord; conscencus; consensus; consensus of opinion; consonance; harmony; solidarity; unanimity
eendrachtigheid	accord; concord; conscencus; consensus; consensus of opinion; consonance; harmony; solidarity; unanimity	consensus; harmony; oneness; unanimity; unity
eensgezindheid	accord; alliance; concord; connection; connexion; conscencus; consensus; consensus of opinion; consonance; harmony; solidarity; togetherness; unanimity	conscencus; consensus; consensus of opinion; harmony; oneness; unanimity; unity
harmonie	accord; concord; conscencus; consensus; consensus of opinion; consonance; harmony; solidarity; unanimity	balance; band; consonance; equilibrium; harmony; orchestra
lotsverbondenheid	solidarity; sympathy
saamhorigheid	alliance; connection; connexion; solidarity; togetherness	consensus; harmony; oneness; unanimity; unity
saamhorigheidsgevoel	feeling of solidarity; sentiment of unity; solidarity; unanimity
solidariteit	alliance; connection; connexion; feeling of solidarity; sentiment of unity; solidarity; togetherness; unanimity
solidariteitsgevoel	solidarity
verbondenheid	alliance; connection; connexion; solidarity; sympathy; togetherness

solidarity

noun

gevoel van verbondenheid met de medemensen of de gemeenschap waartoe men behoort
- gemeenschapsgevoel; gemeenschapszin → solidarity
bewustzijn van groepsbelang en de wil om dat te tonen
- solidariteit → solidarity
emotioneel contact met een ander
- verbondenheid → alliance; solidarity; connection

Cross Translation:

From	To	Via
• solidarity	→ saamhorigheid; solidariteit; gemeenschapszin	↔ solidarité — Sentiment qui pousse des personnes à s'accorder une aide mutuelle