Socket in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

socket:
- stopcontact; contactdoos; wandcontactdoos; kom; gewrichtskom; gewrichtsholte; fitting; bassin; waterbekken; bekken; socket; sleuf
Wiktionary:
- socket → stopcontact, fitting, kas, kom, foedraal, houder
- socket → sokkel, stopcontact, contactdoos, aandrijving

Engels

Uitgebreide vertaling voor socket (Engels) in het Nederlands

the socket (power-point; wall plug; wall socket; electric point; plug-socket; outlet; electrical outlet; electric outlet)
het stopcontact; de contactdoos; de wandcontactdoos
- stopcontact [het ~] zelfstandig naamwoord
- contactdoos [de ~] zelfstandig naamwoord
- wandcontactdoos [de ~] zelfstandig naamwoord
the socket
de kom; gewrichtskom; gewrichtsholte
- kom [de ~] zelfstandig naamwoord
- gewrichtskom [znw.] zelfstandig naamwoord
- gewrichtsholte [znw.] zelfstandig naamwoord
the socket (lamp holder)
de fitting
- fitting [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the socket (water-basin; basin; subsidence; bowl)
het bassin; het waterbekken; het bekken
- bassin [het ~] zelfstandig naamwoord
- waterbekken [het ~] zelfstandig naamwoord
- bekken [het ~] zelfstandig naamwoord
the socket

– An identifier for a particular service on a particular node on a network. The socket consists of a node address and a port number, which identifies the service. ¹
socket
- socket
the socket

– An opening in the housing of a computer, portable device, peripheral, or other intelligent electronic device designed to hold a PC Card or smart card. ¹
de sleuf
- sleuf [de ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bassin	basin; bowl; socket; subsidence; water-basin
bekken	basin; bowl; socket; subsidence; water-basin	beaks; coxa; hip joint; mouths; muzzles
contactdoos	electric outlet; electric point; electrical outlet; outlet; plug-socket; power-point; socket; wall plug; wall socket
fitting	lamp holder; socket
gewrichtsholte	socket
gewrichtskom	socket
kom	socket
sleuf	socket	cleft; ditch; fissure; gap; groove; notch; slit; slot; split; trench
stopcontact	electric outlet; electric point; electrical outlet; outlet; plug-socket; power-point; socket; wall plug; wall socket
wandcontactdoos	electric outlet; electric point; electrical outlet; outlet; plug-socket; power-point; socket; wall plug; wall socket
waterbekken	basin; bowl; socket; subsidence; water-basin
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
socket	socket

a receptacle into which an electric device can be inserted²
receptacle where something (a pipe or probe or end of a bone) is inserted²
a bony hollow into which a structure fits²
An identifier for a particular service on a particular node on a network. The socket consists of a node address and a port number, which identifies the service.¹
An opening in the housing of a computer, portable device, peripheral, or other intelligent electronic device designed to hold a PC Card or smart card.¹

socket

noun

socket

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• socket	→ sokkel	↔ Sockel — ein Block, auf dem etwas aufliegen kann
• socket	→ stopcontact; contactdoos	↔ Steckdose — Technik: Vorrichtung zum Anschluss elektrischer Geräte an das Stromnetz mit zwei Kontakthülsen zur Aufnahme der Steckerstifte
• socket	→ aandrijving	↔ prise — faculté de prendre, de saisir.
• socket	→ contactdoos	↔ prise de courant — Prise électrique