Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sob:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor sob (Engels) in het Nederlands

sob:

sob [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the sob (whine)
    jank; de snik
    • jank [znw.] zelfstandig naamwoord
    • snik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

to sob werkwoord (sobs, sobbed, sobbing)

  1. to sob (weep; cry; wail; blubber; whimper)
    huilen; wenen; janken
    • huilen werkwoord (huil, huilt, huilde, huilden, gehuild)
    • wenen werkwoord (ween, weent, weende, weenden, geweend)
    • janken werkwoord (jank, jankt, jankte, jankten, gejankt)
  2. to sob (gasp)
    janken; snikken
    • janken werkwoord (jank, jankt, jankte, jankten, gejankt)
    • snikken werkwoord (snik, snikt, snikte, snikten, gesnikt)

Conjugations for sob:

present
  1. sob
  2. sob
  3. sobs
  4. sob
  5. sob
  6. sob
simple past
  1. sobbed
  2. sobbed
  3. sobbed
  4. sobbed
  5. sobbed
  6. sobbed
present perfect
  1. have sobbed
  2. have sobbed
  3. has sobbed
  4. have sobbed
  5. have sobbed
  6. have sobbed
past continuous
  1. was sobbing
  2. were sobbing
  3. was sobbing
  4. were sobbing
  5. were sobbing
  6. were sobbing
future
  1. shall sob
  2. will sob
  3. will sob
  4. shall sob
  5. will sob
  6. will sob
continuous present
  1. am sobbing
  2. are sobbing
  3. is sobbing
  4. are sobbing
  5. are sobbing
  6. are sobbing
subjunctive
  1. be sobbed
  2. be sobbed
  3. be sobbed
  4. be sobbed
  5. be sobbed
  6. be sobbed
diverse
  1. sob!
  2. let's sob!
  3. sobbed
  4. sobbing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor sob:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jank sob; whine
snik sob; whine
- sobbing
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
huilen blubber; cry; sob; wail; weep; whimper blubber; cry; groan; let on; moan; shout; shriek; sniff; sniffle; snivel; squeal; tear; tell tales; water; weep; whimper; whine
janken blubber; cry; gasp; sob; wail; weep; whimper blubber; cry; howl; let on; shout; shriek; sniff; sniffle; snivel; squeal; tell tales; whimper; whine; yell
snikken gasp; sob blubber; cry; sniff; sniffle; snivel; whimper; whine
wenen blubber; cry; sob; wail; weep; whimper

Verwante woorden van "sob":

  • sobs

Synoniemen voor "sob":


Verwante definities voor "sob":

  1. convulsive gasp made while weeping1
  2. weep convulsively1
    • He was sobbing inconsolably1

Wiktionary: sob

sob
noun
  1. a cry with a short, sudden expulsion of breath
verb
  1. weep with convulsive gasps
  2. say (something) while sobbing

Verwante vertalingen van sob