Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
-
snag:
-
Wiktionary:
snag → boomstronk, tronk, strobbe, stomp, peuk, scheuring, rits, scheur, winkelhaak -
Synoniemen voor "snag":
bulge; bump; hump; gibbosity; gibbousness; jut; prominence; protuberance; protrusion; extrusion; excrescence
tree
rip; rent; split; tear; opening; gap
hang-up; hitch; rub; obstacle; obstruction
hitch; catch
obtain
hew
-
Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor snag (Engels) in het Nederlands
snag:
Vertaal Matrix voor snag:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | hang-up; hitch; rent; rip; rub; split; tear | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | but; catch; drawback |
Synoniemen voor "snag":
Verwante definities voor "snag":
Wiktionary: snag
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• snag | → boomstronk; tronk; strobbe | ↔ Baumstumpf — unterer Teil eines gefällten oder abgebrochenen Baumes |
• snag | → stomp; peuk | ↔ Stummel — ein kurzes Reststück, was übrig geblieben ist |
• snag | → scheuring; rits; scheur; winkelhaak | ↔ accroc — Déchirure faite dans un tissu par quelque chose de pointu ou qui accrocher. |