Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. smokers:
  2. smoker:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor smokers (Engels) in het Nederlands

smokers:

smokers [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the smokers
    de rokers
    • rokers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor smokers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rokers smokers

Verwante woorden van "smokers":


smoker:

smoker [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the smoker
    de roker
    • roker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor smoker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
roker smoker
- smoking car; smoking carriage; smoking compartment; stag party; tobacco user

Verwante woorden van "smoker":


Synoniemen voor "smoker":


Antoniemen van "smoker":

  • nonsmoker

Verwante definities voor "smoker":

  1. a passenger car for passengers who wish to smoke1
  2. a party for men only (or one considered suitable for men only)1
  3. a person who smokes tobacco1

Wiktionary: smoker

smoker
noun
  1. een toestel dat rook produceert waarmee de imker zijn bijenvolk rustig kan houden

Cross Translation:
FromToVia
smoker roker Schmökernorddeutsch, umgangssprachlich, Plural 2: jemand, der gewohnheitsmäßig raucht
smoker beroker enfumoir — apiculture|fr ustensile permettant de projeter un peu de fumée vers une ruche, pour le transvasement des abeilles.

Verwante vertalingen van smokers