Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- slaughter:
-
Wiktionary:
- slaughter → slacht, slachtpartij, bloedbad
- slaughter → slachten, afslachten
- slaughter → slachten, afslachten, moorden, vermoorden, neerhouwen, vernaggelen, versjteren, verprutsen
Engels
Uitgebreide vertaling voor slaughter (Engels) in het Nederlands
slaughter:
Vertaal Matrix voor slaughter:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afslachting | bloodbath; massacre; slaughter | killing off; massacre; slaughtering |
bloedbad | bloodbath; massacre; slaughter | |
moordpartij | bloodbath; massacre; slaughter | |
slacht | slaughter | |
slachten van vee | butchery; kill; slaughter | |
slachting | bloodbath; butchery; kill; massacre; slaughter | killing off; massacre; slaughtering |
slachtpartij | bloodbath; massacre; slaughter | |
- | butchery; carnage; debacle; drubbing; mass murder; massacre; thrashing; trouncing; walloping; whipping | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | butcher; massacre; mow down |
Verwante woorden van "slaughter":
Synoniemen voor "slaughter":
Verwante definities voor "slaughter":
Wiktionary: slaughter
slaughter
Cross Translation:
noun
slaughter
-
killing of animals (also kosher and halal rituals)
- slaughter → slacht
-
killing of people
- slaughter → slachtpartij; bloedbad
-
To butcher animals, generally for food (also kosher and halal rituals)
- slaughter → slachten
-
To massacre people in large numbers
- slaughter → afslachten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• slaughter | → slachten | ↔ abattre — Tuer un animal. |
• slaughter | → afslachten; moorden; vermoorden; neerhouwen; vernaggelen; versjteren; verprutsen | ↔ massacrer — tuer, égorger des hommes qui ne se défendent pas. |