Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor slaughter (Engels) in het Nederlands

slaughter:

slaughter [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the slaughter
    de slacht
    • slacht [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. the slaughter (bloodbath; massacre)
    de slachtpartij; de moordpartij; het bloedbad; de afslachting; de slachting
  3. the slaughter (butchery; kill)
    slachten van vee; de slachting

Vertaal Matrix voor slaughter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afslachting bloodbath; massacre; slaughter killing off; massacre; slaughtering
bloedbad bloodbath; massacre; slaughter
moordpartij bloodbath; massacre; slaughter
slacht slaughter
slachten van vee butchery; kill; slaughter
slachting bloodbath; butchery; kill; massacre; slaughter killing off; massacre; slaughtering
slachtpartij bloodbath; massacre; slaughter
- butchery; carnage; debacle; drubbing; mass murder; massacre; thrashing; trouncing; walloping; whipping
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- butcher; massacre; mow down

Verwante woorden van "slaughter":

  • slaughters

Synoniemen voor "slaughter":


Verwante definities voor "slaughter":

  1. the killing of animals (as for food)1
  2. the savage and excessive killing of many people1
  3. a sound defeat1
  4. kill a large number of people indiscriminately1
  5. kill (animals) usually for food consumption1
    • They slaughtered their only goat to survive the winter1

Wiktionary: slaughter

slaughter
noun
  1. killing of animals (also kosher and halal rituals)
  2. killing of people
verb
  1. To butcher animals, generally for food (also kosher and halal rituals)
  2. To massacre people in large numbers
slaughter
verb
  1. een dier doden voor het vlees of als offer

Cross Translation:
FromToVia
slaughter slachten abattre — Tuer un animal.
slaughter afslachten; moorden; vermoorden; neerhouwen; vernaggelen; versjteren; verprutsen massacrertuer, égorger des hommes qui ne se défendent pas.

Verwante vertalingen van slaughter