Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- sick:
-
Wiktionary:
- sicken → afkeer inboezemen, tegen de borst stuiten, tegenstaan
- sick → ziek, zieke, misselijk, ziekelijk
- sick → zieke, zieken
- sick → ziek, macaber, zlecht, vuil, rotten, ongezond, naar, gemeen, immoreel, onzedelijk, zedeloos, zedenkwetsend
Engels
Uitgebreide vertaling voor sicken (Engels) in het Nederlands
sicken:
Vertaal Matrix voor sicken:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | churn up; come down; disgust; nauseate; revolt; turn one's stomach | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | nauseate |
Verwante woorden van "sicken":
Synoniemen voor "sicken":
Verwante definities voor "sicken":
Wiktionary: sicken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• sicken | → afkeer inboezemen; tegen de borst stuiten; tegenstaan | ↔ écœurer — Faire défaillir (1) |
sick:
-
sick (sickly; nauseous; nasty)
misselijk; onpasselijk; naar; onwel-
misselijk bijvoeglijk naamwoord
-
onpasselijk bijvoeglijk naamwoord
-
naar bijvoeglijk naamwoord
-
onwel bijvoeglijk naamwoord
-
-
sick (tired; enough)
-
sick (faint; weak; feeble; frail; pale; wan)
-
sick (pathological)
-
sick (nauseous; queasy)
-
sick (ghastly; grim; gruesome; macabre; grisly)
– shockingly repellent; inspiring horror 1
Vertaal Matrix voor sick:
Verwante woorden van "sick":
Synoniemen voor "sick":
Antoniemen van "sick":
Verwante definities voor "sick":
Wiktionary: sick
sick
sick
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• sick | → ziek | ↔ krank — körperlich, gesundheitlich eingeschränkt sein |
• sick | → macaber | ↔ makaber — eine groteske Form von Humor betreffend (oft im Zusammenhang mit Tod oder Krankheit verwendet) |
• sick | → zlecht; vuil; rotten | ↔ schlecht — nicht mehr gut, etwa bei Lebensmitteln verschimmelt |
• sick | → ziek | ↔ malade — Dont la santé est altérée |
• sick | → ziek | ↔ malade — Sens 2 |
• sick | → ongezond; naar; ziek; gemeen; immoreel; onzedelijk; zedeloos; zedenkwetsend | ↔ malsain — Qui n’est pas sain, qui a en soi le germe de quelque maladie. (Sens général). |