Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal shitting

Vertaal shitting van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. shit:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor shitting (Engels) in het Nederlands

shitting:


Vertaal Matrix voor shitting:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- defecation; laxation

Verwante definities voor "shitting":

  1. the elimination of fecal waste through the anus1

shit:

shit [the ~] zelfstandig naamwoord !

  1. the shit (crap; droppings; turd; dirt)
    de poep; de schijt; de stront; de drek; de kak
    • poep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schijt [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stront [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • drek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the shit (bastard; scoundrel; dickhead; )
    – obscene words for unacceptable behavior 1
    de klootzak; de schobbejak; de hond; de schoelje; de lul; de eikel; de smeerlap; de schoft
    • klootzak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord !
    • schobbejak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hond [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schoelje [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lul [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • eikel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord !
    • smeerlap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schoft [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. the shit (excrements; faeces; excretion; )
    de feces; de beer; de fecaliën; de excrementen; de uitscheiding; de uitwerpselen
  4. the shit (turd)
    stuk poep; het uitwerpsel; de keutel; de hoop; de drol
    • stuk poep [znw.] zelfstandig naamwoord
    • uitwerpsel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • keutel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • drol [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. the shit (manure; fertilizer; dung; fertiliser)
    de mest
    • mest [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

shit bijvoeglijk naamwoord !

  1. shit
    shit
    • shit bijvoeglijk naamwoord
  2. shit (damn; darn)
    verdikkeme; verdomd
  3. shit (shitty)
    klote
    • klote bijvoeglijk naamwoord

to shit werkwoord ! (shits, shitted, shitting)

  1. to shit
    kakken
    • kakken werkwoord (kak, kakt, kakte, kakten, gekakt)

Conjugations for shit:

present
  1. shit
  2. shit
  3. shits
  4. shit
  5. shit
  6. shit
simple past
  1. shitted
  2. shitted
  3. shitted
  4. shitted
  5. shitted
  6. shitted
present perfect
  1. have shitted
  2. have shitted
  3. has shitted
  4. have shitted
  5. have shitted
  6. have shitted
past continuous
  1. was shitting
  2. were shitting
  3. was shitting
  4. were shitting
  5. were shitting
  6. were shitting
future
  1. shall shit
  2. will shit
  3. will shit
  4. shall shit
  5. will shit
  6. will shit
continuous present
  1. am shitting
  2. are shitting
  3. is shitting
  4. are shitting
  5. are shitting
  6. are shitting
subjunctive
  1. be shitted
  2. be shitted
  3. be shitted
  4. be shitted
  5. be shitted
  6. be shitted
diverse
  1. shit!
  2. let's shit!
  5. shitted
  6. shitting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor shit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beer crap; droppings; excrements; excreta; excretion; faeces; feces; night soil; shit; stool bear; beast of prey; boar; broad man; giant; hog; hogg; male pig; pig; predator; swine; teddy bear
drek crap; dirt; droppings; shit; turd garbage; household refuse; mire; mud; rubbish; sludge; trash
drol shit; turd fat person; mite
eikel asshole; bastard; dickhead; piece of shit; prick; scoundrel; shit; shithead acorn
excrementen crap; droppings; excrements; excreta; excretion; faeces; feces; night soil; shit; stool
fecaliën crap; droppings; excrements; excreta; excretion; faeces; feces; night soil; shit; stool
feces crap; droppings; excrements; excreta; excretion; faeces; feces; night soil; shit; stool
hond asshole; bastard; dickhead; piece of shit; prick; scoundrel; shit; shithead dog; hound
hoop shit; turd a whole lot; accumulation; anticipation; assembling; bunch; clutter; collection; congestion; crowd; expectation; gang; gathering; heap; herd; hope; load; lot; lots; mass; mess; mountain; muddle; multitude; outlook; pack; party; pile; piling up; prospect; quite a lot; set; tons; troop; troupe; wattle
kak crap; dirt; droppings; shit; turd
keutel shit; turd
klootzak asshole; bastard; dickhead; piece of shit; prick; scoundrel; shit; shithead bastard; cad; cunt; dolt; duffer; lout; scamp; scoundrel
lul asshole; bastard; dickhead; piece of shit; prick; scoundrel; shit; shithead cock; dick; dupe; penis; prick; rod; sod; victim; willie
mest dung; fertiliser; fertilizer; manure; shit
poep crap; dirt; droppings; shit; turd
schijt crap; dirt; droppings; shit; turd
schobbejak asshole; bastard; dickhead; piece of shit; prick; scoundrel; shit; shithead bastard; cad; rascal; rogue; scoundrel; villain
schoelje asshole; bastard; dickhead; piece of shit; prick; scoundrel; shit; shithead cur; pariah; rascal; scoundrel
schoft asshole; bastard; dickhead; piece of shit; prick; scoundrel; shit; shithead bastard; cad; cunt; cur; louse; nasty piece of work; pain in the neck; pariah; rascal; rotter; scamp; scoundrel; screw; shoulder; skunk; sly dog; stinker; villain; wretch; wretched fellow
smeerlap asshole; bastard; dickhead; piece of shit; prick; scoundrel; shit; shithead bastard; cad; cunt; cur; dirty fellow; louse; nasty piece of work; pain in the neck; pariah; pervert; rascal; rotter; scamp; scoundrel; screw; skunk; slob; sly dog; stinker; swine; villain; wretch; wretched fellow
stront crap; dirt; droppings; shit; turd
stuk poep shit; turd
uitscheiding crap; droppings; excrements; excreta; excretion; faeces; feces; night soil; shit; stool
uitwerpsel shit; turd
uitwerpselen crap; droppings; excrements; excreta; excretion; faeces; feces; night soil; shit; stool
- Irish bull; bull; bullshit; crap; damn; darn; dirt; dogshit; dump; hoot; horseshit; poop; red cent; shite; shucks; tinker's dam; tinker's damn; turd
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kakken shit
- ca-ca; crap; defecate; make; stool; take a crap; take a shit
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klote shit; shitty
verdomd damn; darn; shit damned
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
shit shit
verdikkeme damn; darn; shit damned

Verwante woorden van "shit":

  • shits

Verwante definities voor "shit":

  1. something of little value1
  2. obscene words for unacceptable behavior1
  3. a coarse term for defecation1
    • he took a shit1
  4. obscene terms for feces1
  5. have a bowel movement1

Wiktionary: shit

shit
noun
  1. solid excretory product evacuated from the bowel
  2. definite plural: diarrhea
  3. nonsense, bullshit
  4. nasty, despicable person
  5. not anything, nothing
verb
  1. to defecate
  2. vulgar slang: to excrete (something) through the anus
interjection
  1. expression of worry, failure
shit
noun
  1. vaste uitwerpselen
verb
  1. poepen
Cross Translation:
FromToVia
• shit → poep ↔ merde — (vulgaire)
• shit → shit ↔ merde — Exclamation de colère
• shit → snol; slet; sloerie; temeier; jasses ↔ putain — (vulgaire) péjoratif|fr prostituée.




Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0581 seconde
Page rendered in 1.0 seconds