Shelving in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

shelving:
- afhellend
shelve:
- vervallen; aflopen; glooien; flauw hellend aflopend
- legbord
Wiktionary:
- shelve → aanhouden, uitstellen, verdagen, verschuiven, achteruitlopen, terugdeinzen, teruggaan, achteruitgaan, terrein verliezen, teruglopen, verlopen, toegeven, afstaan, wijken, afdanken, afmonsteren, doorsturen, doorzenden, heruitzenden, ontslaan, ontzetten, refereren, reflecteren, retourneren, royeren, spiegelen, terugbezorgen, teruggooien, terugkaatsen, terugsturen, terugwerpen, terugwijzen, uitdrijven, verdrijven, verjagen, verwijzen, weerkaatsen, weerspiegelen, wegdrijven, wegjagen, vertragen

Engels

Uitgebreide vertaling voor shelving (Engels) in het Nederlands

shelving:

shelving bijvoeglijk naamwoord

shelving (down hill; declining; sloping; falling away)
afhellend
- afhellend bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor shelving:

Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	tabling
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afhellend	declining; down hill; falling away; shelving; sloping

Verwante woorden van "shelving":

shelve

shelve:

to shelve werkwoord (shelves, shelved, shelving)

to shelve (slope; incline; slant)
vervallen; aflopen; glooien; flauw hellend aflopend
- vervallen werkwoord (verval, vervalt, verviel, vervielen, vervallen)
- aflopen werkwoord (loop af, loopt af, liep af, liepen af, afgelopen)
- glooien werkwoord (glooi, glooit, glooide, glooiden, geglooid)
- flauw hellend aflopend werkwoord

Conjugations for shelve:

present

shelve
shelve
shelves
shelve
shelve
shelve

simple past

shelved
shelved
shelved
shelved
shelved
shelved

present perfect

have shelved
have shelved
has shelved
have shelved
have shelved
have shelved

past continuous

was shelving
were shelving
was shelving
were shelving
were shelving
were shelving

future

shall shelve
will shelve
will shelve
shall shelve
will shelve
will shelve

continuous present

am shelving
are shelving
is shelving
are shelving
are shelving
are shelving

subjunctive

be shelved
be shelved
be shelved
be shelved
be shelved
be shelved

diverse

shelve!
let's shelve!
shelved
shelving

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

shelve [the ~] zelfstandig naamwoord

the shelve (shelf; board; plank)
legbord
- legbord [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor shelve:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
flauw hellend aflopend		slanting; sloping
glooien		slanting; sloping
legbord	board; plank; shelf; shelve
vervallen		elapsing; lapsing; passing
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aflopen	incline; shelve; slant; slope	bring to a close; come to an end; come to rest; draw to an end; elapse; end; expire; finish; finish off; go by; go to; head for; land; make for; pass; run down; turn out
flauw hellend aflopend	incline; shelve; slant; slope
glooien	incline; shelve; slant; slope
vervallen	incline; shelve; slant; slope	be going down hill; be shortcoming; crumble; decay; decline; decrease; deteriorate; disintegrate; dwindle; elapse; expire; fall apart; fall into decay; fall to bits; fall to pieces; go by; go thieving; go to ruin; go under; pass; prolapse; remove; sag; shrink; sink; subside; take away; wain
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vervallen		decrepit; elapsed; expired; kicked off; lapsed; worn; worn out; worn with age
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	postpone; table

Verwante woorden van "shelve":

shelving, shelves

Synoniemen voor "shelve":

postpone; prorogue; hold over; put over; table; set back; defer; remit; put off; delay
put; set; place; pose; position; lay

Verwante definities voor "shelve":

place on a shelf¹
- shelve books¹
To group a set of changes into a shelveset.²

Wiktionary: shelve

Cross Translation:

From	To	Via
• shelve	→ aanhouden; uitstellen; verdagen; verschuiven	↔ ajourner — remettre à un autre jour.
• shelve	→ achteruitlopen; terugdeinzen; teruggaan; achteruitgaan; terrein verliezen; teruglopen; verlopen; aanhouden; uitstellen; verdagen; verschuiven; toegeven; afstaan; wijken	↔ reculer — tirer ou pousser un objet en arrière.
• shelve	→ aanhouden; afdanken; afmonsteren; doorsturen; doorzenden; heruitzenden; ontslaan; ontzetten; refereren; reflecteren; retourneren; royeren; spiegelen; terugbezorgen; teruggooien; terugkaatsen; terugsturen; terugwerpen; terugwijzen; uitdrijven; uitstellen; verdagen; verdrijven; verjagen; verschuiven; verwijzen; weerkaatsen; weerspiegelen; wegdrijven; wegjagen	↔ renvoyer — envoyer de nouveau.
• shelve	→ vertragen; aanhouden; uitstellen; verdagen; verschuiven	↔ retarder — différer, temporiser.

Remove Ads

Vertaal shelving van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor shelving (Engels) in het Nederlands

shelving:

shelving bijvoeglijk naamwoord

shelving (down hill; declining; sloping; falling away)

Vertaal Matrix voor shelving:

Verwante woorden van "shelving":

shelve:

to shelve werkwoord (shelves, shelved, shelving)

to shelve (slope; incline; slant)

Conjugations for shelve:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

shelve [the ~] zelfstandig naamwoord

the shelve (shelf; board; plank)

Vertaal Matrix voor shelve:

Verwante woorden van "shelve":

Synoniemen voor "shelve":

Verwante definities voor "shelve":

Wiktionary: shelve