Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. shameless:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor shameless (Engels) in het Nederlands

shameless:

shameless bijvoeglijk naamwoord

  1. shameless (insolent; impudent; presumptuous; overbearing; arrogant)
    onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos; aanmatigend
  2. shameless (impudent)
    schaamteloos

Vertaal Matrix voor shameless:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmatigend arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless arrogant; haughty; high-handed; presumptuous; supercilious; superior
onbeschaamd arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless
onbeschoft arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless discourteous; ill-mannered; impertinent; impolite; indecent; insolent; loutish; oafish; offensive; rude
ongegeneerd arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless
respectloos arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless
schaamteloos impudent; shameless
- unblushing
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- unabashed; unashamed; unblushing

Verwante woorden van "shameless":


Synoniemen voor "shameless":

  • unblushing; unashamed

Verwante definities voor "shameless":

  1. feeling no shame1
    • a shameless imposter1

Wiktionary: shameless

shameless
adjective
  1. having no shame

Cross Translation:
FromToVia
shameless schaamteloos; ondeugend effronté — Qui n’a honte de rien.