Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- serving:
- serve:
-
Wiktionary:
- serve → dienen, serveren, opdienen, bedienen, opscheppen, voorleggen
- serve → serveren, bevoorraden, provianderen, spekken, stijven, voorzien van, voorzien in
Engels
Uitgebreide vertaling voor serving (Engels) in het Nederlands
serving:
-
the serving (service)
Vertaal Matrix voor serving:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bediening | service; serving | employees; manpower; personnel; servants; staff; steering |
service | service; serving | after-sales service; maintenance service; service |
uitserveren | service; serving | |
- | helping; portion; service; service of process |
Verwante woorden van "serving":
Synoniemen voor "serving":
Verwante definities voor "serving":
serve:
-
to serve
-
to serve (attend to)
-
to serve (operate; attend to)
-
to serve (serve out)
bedienen; opdissen; voorzetten; opdienen; aan tafel bedienen-
aan tafel bedienen werkwoord (bedien aan tafel, bedient aan tafel, bediende aan tafel, bedienden aan tafel, aan tafel bediend)
Conjugations for serve:
present
- serve
- serve
- serves
- serve
- serve
- serve
simple past
- served
- served
- served
- served
- served
- served
present perfect
- have served
- have served
- has served
- have served
- have served
- have served
past continuous
- was serving
- were serving
- was serving
- were serving
- were serving
- were serving
future
- shall serve
- will serve
- will serve
- shall serve
- will serve
- will serve
continuous present
- am serving
- are serving
- is serving
- are serving
- are serving
- are serving
subjunctive
- be served
- be served
- be served
- be served
- be served
- be served
diverse
- serve!
- let's serve!
- served
- serving
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor serve:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
opdienen | dishing up; service | |
opdissen | dishing up; invent | |
serveren | dishing up; service | |
voorzetten | affixing; posting | |
- | service | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aan tafel bedienen | serve; serve out | |
bedienen | attend to; operate; serve; serve out | |
dienen | serve | be obliged to; ought to; should |
knoppen bedienen | attend to; operate; serve | |
opdienen | serve; serve out | |
opdissen | serve; serve out | dish up; serve out |
serveren | attend to; serve | add; pour; pour some more |
voorzetten | serve; serve out | |
- | answer; assist; attend; attend to; dish; dish out; dish up; do; function; help; process; serve up; serve well; service; suffice; swear out; wait on |
Verwante woorden van "serve":
Synoniemen voor "serve":
Verwante definities voor "serve":
Wiktionary: serve
serve
Cross Translation:
verb
serve
verb
-
eten en of drinken brengen in een horecagelegenheid
-
(overgankelijk) iemand ~: een ander persoon het naar de zin maken
-
eten en drinken op tafel zetten
-
voedsel uit een schaal of pan op een bord doen
-
voor iemand neerleggen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• serve | → serveren | ↔ servieren — Gastronomie: Speisen an den Tisch des Gastes bringen |
• serve | → bevoorraden; provianderen; spekken; stijven; voorzien van | ↔ munir — garnir, pourvoir de ce qui est nécessaire ou utile en vue de tel ou tel objet. |
• serve | → bevoorraden; provianderen; spekken; stijven; voorzien van; voorzien in | ↔ pourvoir — Aviser à quelque chose, y donner ordre, suppléer à ce qui manque. (Sens général) |
Computer vertaling door derden: