Engels

Uitgebreide vertaling voor servants (Engels) in het Nederlands

servants:

servants [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the servants (steering; personnel; manpower; employees; staff)
    de bediening; de besturing
  2. the servants (subjects)
    de onderdanen; de dienaars
  3. the servants (employees; personnel; staff; manpower)
    de werknemers; de employees
  4. the servants (maid servants; servant girls; maids)
    de dienstboden; de meiden
    • dienstboden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • meiden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  5. the servants (domestic staff; domestic help)
    huishoudelijke hulp
  6. the servants (domestic staff; domestic help)
    het huispersoneel
  7. the servants (maids; domestics; domestic workers; domestic helpers)
    de meiden; de dienstbodes; de bodes
    • meiden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • dienstbodes [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • bodes [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  8. the servants
    de dienaressen

Vertaal Matrix voor servants:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bediening employees; manpower; personnel; servants; staff; steering service; serving
besturing employees; manpower; personnel; servants; staff; steering control; price; quotation; rate; stock price; value
bodes domestic helpers; domestic workers; domestics; maids; servants deliverers; delivery men; roundsmen
dienaars servants; subjects
dienaressen servants
dienstboden maid servants; maids; servant girls; servants
dienstbodes domestic helpers; domestic workers; domestics; maids; servants
employees employees; manpower; personnel; servants; staff
huishoudelijke hulp domestic help; domestic staff; servants
huispersoneel domestic help; domestic staff; servants
meiden domestic helpers; domestic workers; domestics; maid servants; maids; servant girls; servants
onderdanen servants; subjects
werknemers employees; manpower; personnel; servants; staff
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- staff of servants

Verwante woorden van "servants":


servants vorm van servant:

servant [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the servant
    de bediende; de knecht
    • bediende [de ~] zelfstandig naamwoord
    • knecht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the servant
    de knecht; de dienaar; de dienstknecht
    • knecht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • dienaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • dienstknecht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. the servant
    het dienstmeisje; de dienstbode
  4. the servant
    de dienares
    • dienares [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  5. the servant (valet; butler; lackey; )
    de kamerdienaar; herenknecht; kamerbediende; de butler
  6. the servant (butler; lackey; valet)
    de lakei; livreiknecht
  7. the servant (domestic)
    de huisbediende; de huisjongen

Vertaal Matrix voor servant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bediende servant
butler butler; chamber servant; footman; lackey; man; pallbearer; servant; valet
dienaar servant
dienares servant
dienstbode servant
dienstknecht servant
dienstmeisje servant housemaid
herenknecht butler; chamber servant; footman; lackey; man; pallbearer; servant; valet
huisbediende domestic; servant
huisjongen domestic; servant
kamerbediende butler; chamber servant; footman; lackey; man; pallbearer; servant; valet
kamerdienaar butler; chamber servant; footman; lackey; man; pallbearer; servant; valet
knecht servant aid; assistant; farm hand; hand; help; valet
lakei butler; lackey; servant; valet
livreiknecht butler; lackey; servant; valet
- handmaid; handmaiden; retainer
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- domestic; domestic servant; maidservant

Verwante woorden van "servant":


Synoniemen voor "servant":

  • retainer; worker
  • handmaid; handmaiden; subordinateness; subsidiarity

Verwante definities voor "servant":

  1. a person working in the service of another (especially in the household)1
  2. in a subordinate position1
    • the state cannot be a servant of the church1

Wiktionary: servant

servant
noun
  1. one who serves another, providing help in some manner
  2. -
servant
noun
  1. iemand die eten en of drinken brengt in een horecagelegenheid
  2. iemand die in persoonlijke dienst van een meester is

Cross Translation:
FromToVia
servant mindere; ondergeschikte Untergebene — weibliche Person, die einem anderen untergeben ist
servant bediende; dienaar; knecht; dienares; dienstmeisje; meid; dienstbode; dienstmaagd; huisdier domestiquepersonnel d'intérieur assurant le service et les travaux ménagers.
servant dienares; dienstmeisje; meid; dienstbode; dienstmaagd servantefemme ou fille qui employer aux travaux du ménage et qui sert à gages.
servant bediende; dienaar; knecht serviteur — Celui qui est au service d’une personne ou d’une collectivité.

Verwante vertalingen van servants