Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor sellers (Engels) in het Nederlands

sellers:

sellers [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the sellers (vendors; sales personnel; merchants; traders)
    de verkopers
    • verkopers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor sellers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verkopers merchants; sales personnel; sellers; traders; vendors

Verwante woorden van "sellers":


Synoniemen voor "sellers":

  • Sellers; Peter Sellers; actor; histrion; player; thespian; role player

sellers vorm van seller:

seller [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the seller (salesman; representative)
    de verkoper; de vertegenwoordiger; commis-voyageur; de handelsreiziger
  2. the seller (dealer; merchant; trader; hawker)
    de handelaar; de koopman; de handelsman

Vertaal Matrix voor seller:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
commis-voyageur representative; salesman; seller
handelaar dealer; hawker; merchant; seller; trader merchant
handelsman dealer; hawker; merchant; seller; trader dealer; entrepreneur; merchant; self-employed; trader
handelsreiziger representative; salesman; seller
koopman dealer; hawker; merchant; seller; trader
verkoper representative; salesman; seller counter-assistant; salesclerk; salesgirl; salesperson; shop-assistant; shop-girl
vertegenwoordiger representative; salesman; seller commercial agent; delegate; deputy; mandatary; replacement; representative; substitute; trade representative
- marketer; trafficker; vender; vendor

Verwante woorden van "seller":


Synoniemen voor "seller":


Verwante definities voor "seller":

  1. someone who promotes or exchanges goods or services for money1

Wiktionary: seller

seller
noun
  1. someone who sells
seller
noun
  1. iemand die goederen of diensten verkoopt

Cross Translation:
FromToVia
seller verkoopster Verkäuferin — weibliche Person, die etwas verkaufen (hat)
seller aanbesteder adjudicateur — Celui qui est chargé d’une adjudication.
seller verkoper vendeur — Celui, celle qui vendre, qui a vendu.