Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. selflessness:
  2. selfless:


Engels

Uitgebreide vertaling voor selflessness (Engels) in het Nederlands

selflessness:

selflessness [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the selflessness (unselfishness)
    de onbaatzuchtigheid

Vertaal Matrix voor selflessness:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onbaatzuchtigheid selflessness; unselfishness
- altruism; self-sacrifice

Verwante woorden van "selflessness":


Synoniemen voor "selflessness":


Antoniemen van "selflessness":


Verwante definities voor "selflessness":

  1. acting with less concern for yourself than for the success of the joint activity1
  2. the quality of unselfish concern for the welfare of others1

selflessness vorm van selfless:

selfless bijvoeglijk naamwoord

  1. selfless (unselfish)
    belangeloos; onbaatzuchtig
  2. selfless (unselfish; altruistic)
    onzelfzuchtig; niet egoïstisch

Vertaal Matrix voor selfless:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belangeloos selfless; unselfish
onbaatzuchtig selfless; unselfish
onzelfzuchtig altruistic; selfless; unselfish
- altruistic
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
niet egoïstisch altruistic; selfless; unselfish

Verwante woorden van "selfless":


Synoniemen voor "selfless":


Antoniemen van "selfless":


Verwante definities voor "selfless":

  1. showing unselfish concern for the welfare of others1