Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. seasonings:
  2. seasoning:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor seasonings (Engels) in het Nederlands

seasonings:

seasonings [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the seasonings (herbs; spices; flavourings)
    de kruiden; de specerijen; de smaakstoffen
  2. the seasonings (spices; condiments)
    de kruiden; de kruiderij
    • kruiden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • kruiderij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor seasonings:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kruiden condiments; flavourings; herbs; seasonings; spices
kruiderij condiments; seasonings; spices condiment; condiments; flavoring; flavouring; flavourings; herb; spice; spices
smaakstoffen flavourings; herbs; seasonings; spices
specerijen flavourings; herbs; seasonings; spices
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kruiden add spice to; season; spice

Verwante woorden van "seasonings":


seasonings vorm van seasoning:

seasoning [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the seasoning
    de marinade; de toebereiding
  2. the seasoning (flavouring; flavoring)
    het aroma; de geurstof
    • aroma [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geurstof [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. the seasoning (flavouring; flavoring)
    smaakversterker
  4. the seasoning (flavouring; flavourings; spice; spices; flavoring)
    de smaakmaker

Vertaal Matrix voor seasoning:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aroma flavoring; flavouring; seasoning aroma; bouquet; fragrance; odor; odour; perfume; scent; smell
geurstof flavoring; flavouring; seasoning
marinade seasoning
smaakmaker flavoring; flavouring; flavourings; seasoning; spice; spices
smaakversterker flavoring; flavouring; seasoning
toebereiding seasoning preparation
- flavorer; flavoring; flavourer; flavouring; seasoner

Verwante woorden van "seasoning":


Synoniemen voor "seasoning":


Verwante definities voor "seasoning":

  1. the act of adding a seasoning to food1
  2. something added to food primarily for the savor it imparts1

Wiktionary: seasoning


Cross Translation:
FromToVia
seasoning koollaag culot — Résidu de cuisson ou de combustion
seasoning kruiderij; specerij; kruid épice — Condiment aromatique

Computer vertaling door derden: