Schooling in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

schooling:
- opleiding; schoolopleiding; scholing; vorming; training; dressuur; dresseren; aantal schoolgaanden
school:
- school; schoolgebouw
- scholen; opleiden
Wiktionary:
- school → school, universiteit, leerschool
- school → scholen
- school → schools, school, kunstrichting, leerschool

Engels

Uitgebreide vertaling voor schooling (Engels) in het Nederlands

schooling:

schooling [the ~] zelfstandig naamwoord

the schooling (education; training)
de opleiding; de schoolopleiding; de scholing; de vorming
- opleiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- schoolopleiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- scholing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vorming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the schooling (training; teaching; drilling)
de training; de dressuur; dresseren
- training [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- dressuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- dresseren [znw.] zelfstandig naamwoord
the schooling
aantal schoolgaanden
- aantal schoolgaanden

Vertaal Matrix voor schooling:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dresseren	drilling; schooling; teaching; training
dressuur	drilling; schooling; teaching; training	animal trainer; horse-breaker; horse-trainer
opleiding	education; schooling; training	education
scholing	education; schooling; training	education; upbringing
schoolopleiding	education; schooling; training
training	drilling; schooling; teaching; training	training
vorming	education; schooling; training	cultivation; development; education; evolvement
-	school
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dresseren		break in; train
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aantal schoolgaanden	schooling

Verwante woorden van "schooling":

school

Synoniemen voor "schooling":

Verwante definities voor "schooling":

the act of teaching at school¹
the training of an animal (especially the training of a horse for dressage)¹
the process of being formally educated at a school¹

school:

school [the ~] zelfstandig naamwoord

the school (school building; college)

– a building where young people receive education ¹
de school; het schoolgebouw
- school [de ~] zelfstandig naamwoord
- schoolgebouw [het ~] zelfstandig naamwoord

school werkwoord

school (tutor; educate; train; lead up)

– teach or refine to be discriminative in taste or judgment ¹
scholen; opleiden
- scholen werkwoord
- opleiden werkwoord (leid op, leidt op, leidde op, leidden op, opgeleid)

Vertaal Matrix voor school:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
scholen		schools
school	college; school; school building
schoolgebouw	college; school; school building
-	school day; schoolhouse; schooling; schooltime; shoal
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
opleiden	educate; lead up; school; train; tutor
scholen	educate; lead up; school; train; tutor
-	civilise; civilize; cultivate; educate; train

Verwante woorden van "school":

schooling, schooled, schools

Synoniemen voor "school":

educational institution
schoolhouse; building; edifice
schooling; education
schooltime; school day; time period; period of time; period
body
shoal; animal group
educate
educate; train; cultivate; civilize; civilise; polish; refine; fine-tune; down
swim

Verwante definities voor "school":

a building where young people receive education¹
- the school was built in 1932¹
- he walked to school every morning¹
the process of being formally educated at a school¹
- what will you do when you finish school?¹
a large group of fish¹
- a school of small glittering fish swam by¹
a body of creative artists or writers or thinkers linked by a similar style or by similar teachers¹
- the Venetian school of painting¹
an educational institution¹
- the school was founded in 1900¹
an educational institution's faculty and students¹
- the school keeps parents informed¹
- the whole school turned out for the game¹
the period of instruction in a school; the time period when school is in session¹
- stay after school¹
- he didn't miss a single day of school¹
swim in or form a large group of fish¹
- A cluster of schooling fish was attracted to the bait¹
educate in or as if in a school¹
- The children are schooled at great cost to their parents in private institutions¹
teach or refine to be discriminative in taste or judgment¹
- She is well schooled in poetry¹

Wiktionary: school

school

noun

a group of fish
- school → school
an institution dedicated to teaching and learning
- school → school
college or university
- school → school; universiteit
a department/institute at a college or university
- school → school
a particular doctrine
- school → school

verb

educate, teach, or train
- school → scholen

school

noun

onderwijs|nld plaats waar of omstandigheden waarin men zich in iets bekwaamt
- leerschool → school
een onderwijsinstelling waar les wordt gegeven aan leerlingen
- school → school
een zwemmende groep gelijksoortige vissen
- school → school

verb

aan een opleiding onderwerpen
- scholen → school; teach

Cross Translation:

From	To	Via
• school	→ schools	↔ scolaire — scolaire
• school	→ school; kunstrichting; leerschool	↔ école — lieu dédier à l’apprentissage.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van schooling

continuation schooling

Remove Ads

Vertaal schooling van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schooling (Engels) in het Nederlands

schooling:

schooling [the ~] zelfstandig naamwoord

the schooling (education; training)

the schooling (training; teaching; drilling)

the schooling

Vertaal Matrix voor schooling:

Verwante woorden van "schooling":

Synoniemen voor "schooling":

Verwante definities voor "schooling":

school:

school [the ~] zelfstandig naamwoord

the school (school building; college)

school werkwoord

school (tutor; educate; train; lead up)

Vertaal Matrix voor school:

Verwante woorden van "school":

Synoniemen voor "school":

Verwante definities voor "school":

Wiktionary: school

Verwante vertalingen van schooling