Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- scarcity:
-
Wiktionary:
- scarcity → schaarste
- scarcity → karigheid, schraalheid, krimp, afwezigheid, euvel, gebrek, tekortkoming, gemis, tekort, manco, mankement
Engels
Uitgebreide vertaling voor scarcity (Engels) in het Nederlands
scarcity:
Vertaal Matrix voor scarcity:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gebrek | famine; needyness; paucity; scantiness; scarcity; shortage; tightness | dearth; deficiency; destitution; disability; failure; flaw; gap; handicap; hardship; impediment; lack; machine defect; need; paucity; penury; physical defect; poverty; shortage; want |
krapte | famine; needyness; paucity; scantiness; scarcity; shortage; tightness | |
schaarsheid | famine; needyness; paucity; scantiness; scarcity; shortage; tightness | |
schaarste | famine; needyness; paucity; scantiness; scarcity; shortage; tightness | shortage |
tekort | famine; needyness; paucity; scantiness; scarcity; shortage; tightness | bank debt; debit; deficiency; deficit; insufficiency; lack; loss; overdraft; shortage; shortcoming; shortfall |
- | scarceness |
Verwante woorden van "scarcity":
Synoniemen voor "scarcity":
Antoniemen van "scarcity":
Verwante definities voor "scarcity":
Wiktionary: scarcity
scarcity
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• scarcity | → karigheid; schraalheid; krimp | ↔ disette — manque de certaines choses utiles. |
• scarcity | → afwezigheid; euvel; gebrek; tekortkoming; gemis; tekort; manco; mankement | ↔ insuffisance — état de ce qui est insuffisant. |
• scarcity | → karigheid; schraalheid; krimp | ↔ pénurie — extrême disette. |