Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. scarcely:
  2. scarce:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor scarcely (Engels) in het Nederlands

scarcely:

scarcely bijwoord

  1. scarcely (barely; hardly)
    nauwelijks; amper; ternauwernood; haast geen; bijna geen

Vertaal Matrix voor scarcely:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amper barely; hardly; scarcely
nauwelijks barely; hardly; scarcely
ternauwernood barely; hardly; scarcely close; closely; just; narrowly
- barely; hardly; just; scarce
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- hardly
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijna geen barely; hardly; scarcely
haast geen barely; hardly; scarcely

Verwante woorden van "scarcely":


Synoniemen voor "scarcely":


Verwante definities voor "scarcely":

  1. only a very short time before1
    • had scarcely rung the bell when the door flew open1
  2. almost not1
    • they scarcely ever used the emergency generator1

Wiktionary: scarcely

scarcely
adverb
  1. almost not
scarcely
adverb
  1. nauwelijks
  2. slechts in geringe mate
  3. bijna niet, op het nippertje

scarce:

scarce bijvoeglijk naamwoord

  1. scarce (uncommon)
    zeldzaam; schaars

Vertaal Matrix voor scarce:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schaars scarce; uncommon extraordinary; funny; hardly ever; little; odd; phenomenal; prodigious; rare; rarely; seldom; strange; uncommon; unique
zeldzaam scarce; uncommon exeptional; extraordinary; funny; hardly ever; little; odd; phenomenal; prodigious; rare; rarely; seldom; strange; uncommon; unique; unusual
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- barely; hardly; just; scarcely

Verwante woorden van "scarce":

  • scarceness, scarcer, scarcest, scarcely

Synoniemen voor "scarce":


Antoniemen van "scarce":


Verwante definities voor "scarce":

  1. deficient in quantity or number compared with the demand1
    • fresh vegetables were scarce during the drought1
  2. only a very short time before1
    • would have scarce arrived before she would have found some excuse to leave1

Wiktionary: scarce

scarce
adjective
  1. -
scarce
adjective
  1. weinig in aantal of hoeveelheid

Cross Translation:
FromToVia
scarce schaars rar — nur in geringer Anzahl vorhanden; nur in geringer Häufigkeit vorkommend
scarce karig; schaars; schraal; schriel insuffisant — Qui ne suffire pas.
scarce karig; schaars; schraal; schriel; mager; spichtig; sprietig maigre — Traductions à trier
scarce karig; schaars; schraal; schriel; zeldzaam; kostbaar; ongemeen rare — Qui est en petit nombre, qui se trouve difficilement.