Engels
Uitgebreide vertaling voor scandal (Engels) in het Nederlands
scandal:
-
the scandal (disgrace; infamy; ignominy; shame)
-
the scandal (gossip; babble; claptrap; scandal-mongering; slander; prattle; wishwash; tittle-tattle; blah; vilification; slipslop; backbiting; defamation; talks; clanging; jaw; tolling; bunkum; talkee-talkee; mudslinging; talk)
-
the scandal (backbiting; slander; blasphemy; gossip; mudslinging; profanity; vilification; defamation; tittle-tattle; scandal-mongering; small talk)
de kwaadsprekerij; zwartmaken; de roddelpraat; de roddel; de laster; het lasterpraatje; het geroddel; de lastering; de achterklap
Vertaal Matrix voor scandal:
Verwante woorden van "scandal":
Synoniemen voor "scandal":
Verwante definities voor "scandal":
Computer vertaling door derden: