Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal rustle

Vertaal rustle van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. rustle:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor rustle (Engels) in het Nederlands

rustle:

rustle [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the rustle (rustling; tingling)
    de ruis; het geruis
    • ruis [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • geruis [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. the rustle
    het geritsel; ritseling

to rustle werkwoord (rustles, rustled, rustling)

  1. to rustle
    ritselen; knisperen
    • ritselen werkwoord (ritsel, ritselt, ritselde, ritselden, geritseld)
    • knisperen werkwoord (knisper, knispert, knisperde, knisperden, geknisperd)
  2. to rustle (sough)
    suizen; ruisen; suizelen
    • suizen werkwoord (suis, suist, suiste, suisten, gesuist)
    • ruisen werkwoord
    • suizelen werkwoord (suizel, suizelt, suizelde, suizelden, gesuizeld)
  3. to rustle (crackle)
    ruisen; zacht ruisen
  4. to rustle (speak with a lisp; whisper; whizz; lisp; whoosh)
    fluisteren; lispelen; sissen
    • fluisteren werkwoord (fluister, fluistert, fluisterde, fluisterden, gefluisterd)
    • lispelen werkwoord (lispel, lispelt, lispelde, lispelden, gelispeld)
    • sissen werkwoord (sis, sist, siste, sisten, gesist)

Conjugations for rustle:

present
  1. rustle
  2. rustle
  3. rustles
  4. rustle
  5. rustle
  6. rustle
simple past
  1. rustled
  2. rustled
  3. rustled
  4. rustled
  5. rustled
  6. rustled
present perfect
  1. have rustled
  2. have rustled
  3. has rustled
  4. have rustled
  5. have rustled
  6. have rustled
past continuous
  1. was rustling
  2. were rustling
  3. was rustling
  4. were rustling
  5. were rustling
  6. were rustling
future
  1. shall rustle
  2. will rustle
  3. will rustle
  4. shall rustle
  5. will rustle
  6. will rustle
continuous present
  1. am rustling
  2. are rustling
  3. is rustling
  4. are rustling
  5. are rustling
  6. are rustling
subjunctive
  1. be rustled
  2. be rustled
  3. be rustled
  4. be rustled
  5. be rustled
  6. be rustled
diverse
  1. rustle!
  2. let's rustle!
  5. rustled
  6. rustling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor rustle:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geritsel rustle bartering; haggling; shady dealings
geruis rustle; rustling; tingling cardiac murmur; heart murmur; murmur
ritseling rustle
ruis rustle; rustling; tingling
zacht ruisen murmur softly; rustle softly; swish softly
- rustling; whisper; whispering
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fluisteren lisp; rustle; speak with a lisp; whisper; whizz; whoosh exchange confidences; whisper
knisperen rustle
lispelen lisp; rustle; speak with a lisp; whisper; whizz; whoosh
ritselen rustle
ruisen crackle; rustle; sough murmur
sissen lisp; rustle; speak with a lisp; whisper; whizz; whoosh
suizelen rustle; sough
suizen rustle; sough
zacht ruisen crackle; rustle
- lift

Verwante woorden van "rustle":


Synoniemen voor "rustle":


Verwante definities voor "rustle":

  1. a light noise, like the noise of silk clothing or leaves blowing in the wind1
  2. make a dry crackling sound1
    • rustling silk1
    • the dry leaves were rustling in the breeze1
  3. forage food1
  4. take illegally1
    • rustle cattle1

Wiktionary: rustle

rustle
noun
  1. soft, crackling sound
verb
  1. to move (something) with a soft crackling sound
rustle
verb
  1. een zacht ruisend geluid doen horen
noun
  1. het ritselen

Verwante vertalingen van rustle







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0530 seconde
Page rendered in 1.0 seconds