Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal rubbish

Vertaal rubbish van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. rubbish:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor rubbish (Engels) in het Nederlands

rubbish:

rubbish [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the rubbish (waste; refuse; litter)
    het afval; de rotzooi; de vuilnis
    • afval [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rotzooi [de ~] zelfstandig naamwoord
    • vuilnis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. the rubbish (nonsense; gibberish)
    de humbug; de onzin; de nonsens; de zotteklap; de kul; de larie
    • humbug [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • onzin [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • nonsens [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zotteklap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kul [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • larie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. the rubbish (household refuse; garbage; trash)
    de vuilnis; het huisvuil; het voddengoed; het afval; het vullis; de rommel; de huisafval; het grofvuil; de drek
    • vuilnis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • huisvuil [het ~] zelfstandig naamwoord
    • voddengoed [het ~] zelfstandig naamwoord
    • afval [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vullis [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rommel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • huisafval [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • grofvuil [het ~] zelfstandig naamwoord
    • drek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. the rubbish (mess; caboodle; trash; mayhem)
    de rotzooi; de bocht; de troep; smerig spul
    • rotzooi [de ~] zelfstandig naamwoord
    • bocht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • troep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • smerig spul [znw.] zelfstandig naamwoord
  5. the rubbish (backwardness; retardation; preposterousness)
    de waanzin; de idioterie; de krankzinnigheid; de achterlijkheid
  6. the rubbish (rot-gut; trash)
    de bocht; slechte drank
  7. the rubbish (empty talk; balderdash; twaddle; )
    het gelul; het gezwam; het gewauwel; het gezwets; het gebazel; het geleuter; de leuterpraat; het geklets
    • gelul [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gezwam [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gewauwel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gezwets [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gebazel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geleuter [het ~] zelfstandig naamwoord
    • leuterpraat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • geklets [het ~] zelfstandig naamwoord
  8. the rubbish (tattle; nonsense)
    de kletspraat; de quatsch; de klets
    • kletspraat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • quatsch [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • klets [de ~] zelfstandig naamwoord

rubbish bijvoeglijk naamwoord

  1. rubbish (something without value)
    iets dat waardeloos is; snert

Vertaal Matrix voor rubbish:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achterlijkheid backwardness; preposterousness; retardation; rubbish backwardness; derangement of mind; feeble-mindedness; mental derangement; mental disorder; mental disturbance; senility
afval garbage; household refuse; litter; refuse; rubbish; trash; waste waste
bocht caboodle; mayhem; mess; rot-gut; rubbish; trash bend; camber; curvature; curve; turn
drek garbage; household refuse; rubbish; trash crap; dirt; droppings; mire; mud; shit; sludge; turd
gebazel balderdash; baloney; bull; burble; drivel; empty talk; gibberish; hot air; jabber; jaw; piffle; prattle; rot; rubbish; twaddle; waffle gibberish; nonsense
geklets balderdash; baloney; bull; burble; drivel; empty talk; gibberish; hot air; jabber; jaw; piffle; prattle; rot; rubbish; twaddle; waffle babble; backbiting; blah; bunkum; cackling; chatter; clanging; claptrap; defamation; gabble; gossip; jabber; jaw; mudslinging; prattle; scandal; scandal-mongering; slander; slipslop; talk; talkee-talkee; talks; tittle-tattle; tolling; vilification; wishwash; yacking
geleuter balderdash; baloney; bull; burble; drivel; empty talk; gibberish; hot air; jabber; jaw; piffle; prattle; rot; rubbish; twaddle; waffle baloney; folly; humbug; nonsense; piffle; tattle; twaddle
gelul balderdash; baloney; bull; burble; drivel; empty talk; gibberish; hot air; jabber; jaw; piffle; prattle; rot; rubbish; twaddle; waffle
gewauwel balderdash; baloney; bull; burble; drivel; empty talk; gibberish; hot air; jabber; jaw; piffle; prattle; rot; rubbish; twaddle; waffle
gezwam balderdash; baloney; bull; burble; drivel; empty talk; gibberish; hot air; jabber; jaw; piffle; prattle; rot; rubbish; twaddle; waffle baloney; folly; humbug; nonsense; piffle; tattle; twaddle
gezwets balderdash; baloney; bull; burble; drivel; empty talk; gibberish; hot air; jabber; jaw; piffle; prattle; rot; rubbish; twaddle; waffle baloney; folly; humbug; nonsense; piffle; tattle; twaddle
grofvuil garbage; household refuse; rubbish; trash
huisafval garbage; household refuse; rubbish; trash
huisvuil garbage; household refuse; rubbish; trash
humbug gibberish; nonsense; rubbish baloney; folly; humbug; nonsense; piffle; tattle; twaddle
idioterie backwardness; preposterousness; retardation; rubbish absurdity; folly; foolishness; idiocy; incongruity; lunacy; paradox
klets nonsense; rubbish; tattle babble; backbiting; baloney; blah; bunkum; clanging; claptrap; defamation; folly; gossip; humbug; jaw; mudslinging; nonsense; piffle; prattle; scandal; scandal-mongering; slander; slipslop; talk; talkee-talkee; talks; tattle; tittle-tattle; tolling; twaddle; vilification; wishwash
kletspraat nonsense; rubbish; tattle
krankzinnigheid backwardness; preposterousness; retardation; rubbish
kul gibberish; nonsense; rubbish baloney; folly; humbug; nonsense; piffle; tattle; twaddle
larie gibberish; nonsense; rubbish baloney; folly; humbug; nonsense; piffle; tattle; twaddle
leuterpraat balderdash; baloney; bull; burble; drivel; empty talk; gibberish; hot air; jabber; jaw; piffle; prattle; rot; rubbish; twaddle; waffle
nonsens gibberish; nonsense; rubbish baloney; folly; humbug; nonsense; piffle; tattle; twaddle
onzin gibberish; nonsense; rubbish
quatsch nonsense; rubbish; tattle
rommel garbage; household refuse; rubbish; trash bungle; bungling; chaos; confused heap; debris; heap; jumble; junk; mess; muddle; trash
rotzooi caboodle; litter; mayhem; mess; refuse; rubbish; trash; waste chaos; debris; mess
slechte drank rot-gut; rubbish; trash
smerig spul caboodle; mayhem; mess; rubbish; trash
snert pea soup
troep caboodle; mayhem; mess; rubbish; trash accumulation; assembling; bunch; bungle; bungling; chaos; clutter; collection; common herd; confused heap; crowd; debris; drove; flock; gang; gathering; group; heap; herd; horde; jumble; mess; mob; muddle; multitude; party; set
voddengoed garbage; household refuse; rubbish; trash
vuilnis garbage; household refuse; litter; refuse; rubbish; trash; waste
vullis garbage; household refuse; rubbish; trash
waanzin backwardness; preposterousness; retardation; rubbish baloney; folly; humbug; nonsense; piffle; tattle; twaddle
zotteklap gibberish; nonsense; rubbish
- applesauce; codswallop; folderol; scrap; trash; tripe; trumpery; wish-wash
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- bosh; botched work; cap; drivel; nonsense; refuse; rot; stuff
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
iets dat waardeloos is rubbish; something without value
snert rubbish; something without value

Verwante woorden van "rubbish":

  • rubbishes

Synoniemen voor "rubbish":


Verwante definities voor "rubbish":

  1. nonsensical talk or writing1
  2. worthless material that is to be disposed of1
  3. attack strongly1

Wiktionary: rubbish

rubbish
interjection
  1. expresses that what was recently said is untruth or nonsense
noun
  1. garbage, junk, refuse, waste
rubbish
noun
  1. een massa vergruizelde steen
  2. onzin
Cross Translation:
FromToVia
• rubbish → flauwekul; kletskoek; kletspraat; larie; lulkoek; lariekoek; nonsens; onzin; quatsch; zotteklap ↔ Kohl — umgangssprachlich abwertend: verworrenes Zeug; etwas unsinnig, sinnlos, töricht
• rubbish → flauwekul; kletskoek; kletspraat; larie; lariekoek; lulkoek; nonsens; quatsch; onzin; zotteklap ↔ Stuss — umgangssprachlich, abwertend: etwas, das (ärgerlicherweise) unsinnig geäußert oder getan wurde; etwas unsinnig, sinnlos, töricht
• rubbish → flauwekul; kletskoek; larie; kletspraat; lariekoek; lulkoek; nonsens; onzin; quatsch; zotteklap ↔ Tinnef — umgangssprachlich, abwertend: etwas unsinnig, sinnlos, töricht
• rubbish → flauwekul; kletskoek; kletspraat; larie; nonsens; lulkoek; lariekoek; onzin; zotteklap; quatsch ↔ Topfen — Österreich; umgangssprachlich abwertend: Quatsch; Unsinn
• rubbish → absurditeit; ongerijmde; ongerijmdheid; onzinnigheid ↔ absurdité — Caractère de ce qui est absurde.
• rubbish → afval; vuilnis; prullaria; puin; rommel; rommelzooi; vuil ↔ débris — reste d’une chose brisée ou en partie détruire.

Verwante vertalingen van rubbish







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0899 seconde
Page rendered in 1.0 seconds