Engels

Uitgebreide vertaling voor roaming (Engels) in het Nederlands

roaming:

roaming bijvoeglijk naamwoord

  1. roaming (wandering; tramping)
    zwervend

roaming [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the roaming
    – The process of maintaining connectivity outside of one's usual service or coverage area. 1

Vertaal Matrix voor roaming:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
roaming roaming
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zwervend roaming; tramping; wandering

Verwante woorden van "roaming":


Verwante definities voor "roaming":

  1. The process by which an SMS/Configuration Manager client changes its IP address such that it ends up in a site to which it is not assigned. Roaming exists to facilitate SMS/Configuration Manager clients in getting software distribution most efficiently.1
  2. The process of maintaining connectivity outside of one's usual service or coverage area.1

roam:

to roam werkwoord (roams, roamed, roaming)

  1. to roam (roam around)
    ronddwalen; dolen; waren
    • ronddwalen werkwoord (dwaal rond, dwaalt rond, dwaalde rond, dwaalden rond, rondgedwaald)
    • dolen werkwoord (dool, doolt, doolde, doolden, gedoold)
    • waren werkwoord (waar, waart, waarde, waarden, gewaard)
  2. to roam (wander)
    rondzwerven; zwerven; aan de zwerf zijn
    • rondzwerven werkwoord (zwerf rond, zwerft rond, zwierf rond, zwierven rond, rondgezworven)
    • zwerven werkwoord (zwerf, zwerft, zwierf, zwierven, gezworven)
    • aan de zwerf zijn werkwoord (ben aan de zwerf, bent aan de zwerf, is aan de zwerf, was aan de zwerf, waren aan de zwerf, aan de zwerf geweest)
  3. to roam (rove; wander about)
    zwerven; omzwerven
    • zwerven werkwoord (zwerf, zwerft, zwierf, zwierven, gezworven)
    • omzwerven werkwoord (omzwerf, omzwerft, omzworf, omzworven, omgezworven)
  4. to roam (drift about; wander; rove about)
    zwalken
    • zwalken werkwoord (zwalk, zwalkt, zwalkte, zwalkten, gezwalkt)
  5. to roam
    – To use a phone outside the usual service area. 1
    roamen

Conjugations for roam:

present
  1. roam
  2. roam
  3. roams
  4. roam
  5. roam
  6. roam
simple past
  1. roamed
  2. roamed
  3. roamed
  4. roamed
  5. roamed
  6. roamed
present perfect
  1. have roamed
  2. have roamed
  3. has roamed
  4. have roamed
  5. have roamed
  6. have roamed
past continuous
  1. was roaming
  2. were roaming
  3. was roaming
  4. were roaming
  5. were roaming
  6. were roaming
future
  1. shall roam
  2. will roam
  3. will roam
  4. shall roam
  5. will roam
  6. will roam
continuous present
  1. am roaming
  2. are roaming
  3. is roaming
  4. are roaming
  5. are roaming
  6. are roaming
subjunctive
  1. be roamed
  2. be roamed
  3. be roamed
  4. be roamed
  5. be roamed
  6. be roamed
diverse
  1. roam!
  2. let's roam!
  3. roamed
  4. roaming
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor roam:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
waren commodities; goods; merchandise; wares
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aan de zwerf zijn roam; wander
dolen roam; roam around
omzwerven roam; rove; wander about
roamen roam
ronddwalen roam; roam around
rondzwerven roam; wander wander about
waren roam; roam around
zwalken drift about; roam; rove about; wander
zwerven roam; rove; wander; wander about hike; travel; travel about

Verwante woorden van "roam":


Synoniemen voor "roam":


Verwante definities voor "roam":

  1. To move between different environments and have the same user experience in both environments.1
  2. To use a phone outside the usual service area.1

Wiktionary: roam

roam
verb
  1. wander freely
roam
verb
  1. doelloos, richtingloos rondlopen
  2. naar vele plaatsen onderweg zijn
  3. zonder duidelijk doel van de ene plaats naar de andere gaan
  4. doelloos of nomadisch heen en weer reizen

Cross Translation:
FromToVia
roam dolen; dwalen; ronddolen; ronddwalen; waren; zwerven errervaguer de côté et d’autre, aller çà et là.
roam dolen; dwalen; ronddolen; ronddwalen; waren; zwerven vaguererrer çà et là, aller de côté et d’autre à l’aventure.