Engels

Uitgebreide vertaling voor risings (Engels) in het Nederlands

rising:

rising bijvoeglijk naamwoord

  1. rising (climbing; increasing; mounting; going up; on the increase)
    toenemend; stijgend; klimmend; oplopend; omhooggaand; verheffend; rijzend
  2. rising (increasing; mounting; climbing; on the increase)
    oprijzend

rising [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the rising (ascent; increase; rise; uplift; going up)
    de stijging; stijgen; opstijgen; omhoogkomen; klimmen
  2. the rising (swelling)
    het wassen; zwellen
    • wassen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • zwellen [znw.] zelfstandig naamwoord
  3. the rising (coming up)
    omhoog komen
  4. the rising
    het aanwassen
  5. the rising
    aanzwellen
  6. the rising
    verrijzing
  7. the rising (advance; boom)
    de rijzing
    • rijzing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  8. the rising (expanding; arising; swelling; )
    de aangroei; uitdijen; de uitdijing; de aanwas
    • aangroei [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • uitdijen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • uitdijing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • aanwas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rising:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangroei arising; emerging; expanding; growing; increasing; rising; swelling expansion; growth; increase; rise
aanwas arising; emerging; expanding; growing; increasing; rising; swelling accretion; addition; expansion; growth; increase; rise
aanwassen rising
aanzwellen rising
klimmen ascent; going up; increase; rise; rising; uplift
omhoog komen coming up; rising
omhoogkomen ascent; going up; increase; rise; rising; uplift
opstijgen ascent; going up; increase; rise; rising; uplift
rijzing advance; boom; rising
stijgen ascent; going up; increase; rise; rising; uplift ascent; climb; climbing
stijging ascent; going up; increase; rise; rising; uplift expansion; growth; increase; rise
uitdijen arising; emerging; expanding; growing; increasing; rising; swelling
uitdijing arising; emerging; expanding; growing; increasing; rising; swelling
verrijzing rising
wassen rising; swelling cleaning; cleansing; purification; washing
zwellen rising; swelling
- ascension; ascent; insurrection; rebellion; revolt; rise; uprising
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanwassen add to; arise; ascent; come up; expand; extend; grow; increase; rise
aanzwellen add to; arise; ascent; expand; extend; grow; increase; rise
klimmen ascend; climb; climb up; mount
omhoog komen come up; grow; rise
omhoogkomen ascend; be off; be on the upgrade; become higher; become larger; bristle; climb; come up; flare up; fly up; get away; go up; go upward; grow; increase; mount; rise; rise to the surface; start; take off
opstijgen ascend; be off; be on the upgrade; become higher; become larger; bristle; climb; flare up; fly away; fly off; fly out; fly up; get away; go up; go upward; grow; increase; mount; rise; rise to the surface; start; take off
stijgen add to; arise; ascend; ascent; climb up; come up; expand; extend; go up; grow; increase; rise; take off
uitdijen add; add on to; build out; expand; extend; grow; swell; widen
wassen clean; flush away; grow; prosper; purify; rinse out; thrive; wash
zwellen bulge; swell up
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oplopend climbing; going up; increasing; mounting; on the increase; rising
toenemend climbing; going up; increasing; mounting; on the increase; rising growing; increasing; more & more
verheffend climbing; going up; increasing; mounting; on the increase; rising edifying; elevating; exalting; mind-enhancing; uplifting
wassen waxen
- acclivitous; emerging; uphill
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
stijging jump
- ascending; upward
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klimmend climbing; going up; increasing; mounting; on the increase; rising
omhooggaand climbing; going up; increasing; mounting; on the increase; rising
oprijzend climbing; increasing; mounting; on the increase; rising
rijzend climbing; going up; increasing; mounting; on the increase; rising
stijgend climbing; going up; increasing; mounting; on the increase; rising rising up

Verwante woorden van "rising":


Synoniemen voor "rising":


Antoniemen van "rising":


Verwante definities voor "rising":

  1. newly come into prominence1
    • a rising young politician1
  2. coming to maturity1
    • the rising generation1
  3. sloping upward1
  4. advancing or becoming higher or greater in degree or value or status1
    • a rising trend1
    • a rising market1
  5. organized opposition to authority; a conflict in which one faction tries to wrest control from another1
  6. a movement upward1

Wiktionary: rising

rising
noun
  1. aangroei, stijging

Computer vertaling door derden: