Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor rigid (Engels) in het Nederlands

rigid:

rigid bijvoeglijk naamwoord

  1. rigid (stiff; wooden)
    stijf; stroef; houterig; stram; stijve
  2. rigid (fixed; stern; star; )
    star; verstard; strak
    • star bijvoeglijk naamwoord
    • verstard bijvoeglijk naamwoord
    • strak bijvoeglijk naamwoord
  3. rigid (obstinate; stern; star; )
    onbuigzaam; onverzettelijk; taai; stug; stijfkoppig
  4. rigid (grumpy; cantankerous; surly; )
    chagrijnig; nurks; knorrig; korzelig; nors
  5. rigid (grown stiff; frozen; turned to stone)
    verstijfd
  6. rigid (tough; stiff)
    stijfjes
  7. rigid (stiff)
    harkerig

Vertaal Matrix voor rigid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stijve hard-on
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chagrijnig cantankerous; crabbed; crusty; gruff; grumpy; nagging; rigid; sullen; surly bad tempered; cantankerous; capricious; complaining; crabbed; crusty; grumbling; grumpy; lamenting; moody; peevish; wailing
harkerig rigid; stiff
houterig rigid; stiff; wooden
knorrig cantankerous; crabbed; crusty; gruff; grumpy; nagging; rigid; sullen; surly bad tempered; bad-tempered; cantankerous; capricious; complaining; crabbed; crusty; gruff; grumbling; grumpy; lamenting; moody; peevish; stiff; sulky; sullen; surly; wailing
korzelig cantankerous; crabbed; crusty; gruff; grumpy; nagging; rigid; sullen; surly abrupt; cross-grained; grim; gruff; grumpy; huffy; snappy; snarling; stern; sullen; surly; thin-skinned; touchy
nors cantankerous; crabbed; crusty; gruff; grumpy; nagging; rigid; sullen; surly abrupt; blunt; curt; short; steep
nurks cantankerous; crabbed; crusty; gruff; grumpy; nagging; rigid; sullen; surly bad tempered; bad-tempered; cantankerous; capricious; complaining; crabbed; crusty; gruff; grumbling; grumpy; lamenting; moody; peevish; stiff; sulky; sullen; surly; wailing
onbuigzaam against the grain; immovable; inflexible; obstinate; recalcitrant; rigid; star; stern; straight-backed; stubborn; unbending headstrong; obstinate; stiff-necked; stubborn; unrelenting; unyielding; wilful; willful
onverzettelijk against the grain; immovable; inflexible; obstinate; recalcitrant; rigid; star; stern; straight-backed; stubborn; unbending headstrong; obstinate; stiff-necked; stubborn; wilful; willful
star fixed; fossilised; fossilized; petrified; rigid; set; star; stern; stiff
stijf rigid; stiff; wooden measured
stijfkoppig against the grain; immovable; inflexible; obstinate; recalcitrant; rigid; star; stern; straight-backed; stubborn; unbending headstrong; obstinate; stiff-necked; stubborn; wilful; willful
stijve rigid; stiff; wooden
strak fixed; fossilised; fossilized; petrified; rigid; set; star; stern; stiff bluntly; close; close by; coarse; crude; even; fixed; flat; flatly; level; point blank; set; smooth; taut; tight; uniform; unwavering; vulgar
stram rigid; stiff; wooden
stroef rigid; stiff; wooden
stug against the grain; immovable; inflexible; obstinate; recalcitrant; rigid; star; stern; straight-backed; stubborn; unbending
taai against the grain; immovable; inflexible; obstinate; recalcitrant; rigid; star; stern; straight-backed; stubborn; unbending boring; dull; mindless; tedious
- fixed; inflexible; set; stiff; strict; unbending
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stijfjes rigid; stiff; tough
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verstard fixed; fossilised; fossilized; petrified; rigid; set; star; stern; stiff
verstijfd frozen; grown stiff; rigid; turned to stone

Verwante woorden van "rigid":

  • rigidness, rigidly

Synoniemen voor "rigid":


Antoniemen van "rigid":

  • nonrigid

Verwante definities voor "rigid":

  1. incapable of or resistant to bending1
    • a rigid strip of metal1
    • a table made of rigid plastic1
  2. designating an airship or dirigible having a form maintained by a stiff unyielding frame or structure1
  3. incapable of adapting or changing to meet circumstances1
    • a rigid disciplinarian1
  4. fixed and unmoving1
    • a face rigid with pain1
  5. incapable of compromise or flexibility1

Wiktionary: rigid

rigid
adjective
  1. stiff
  2. fixed
  3. rigorous, unbending
  4. uncompromising
rigid
adjective
  1. niet gemakkelijk te vervormen of te buigen

Cross Translation:
FromToVia
rigid abrupt; bruusk; kortaf; gespannen; ingespannen; pakkend; spannend; strak; houterig; star; stijf; stram; stug; steil raide — Traductions à trier suivant le sens
rigid houterig; star; stijf; stram; stug rigide — Qui ne fléchir pas.