Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- resulting:
- result:
-
Wiktionary:
- result → veroorzaken, leiden tot, tot gevolg hebben, opleveren, resulteren, uitkomen
- result → resultaat, uitkomst, opbrengst, vrucht
- result → uitslag, resultaat, resulteren, uitkomen, volgen, voortkomen, voortspruiten, voortvloeien, belenden, grenzen aan, besturen, brengen, leiden, geleiden, voeren, uitgaan, uitlopen, uitstappen, uitstijgen, uittreden, bereiken, behalen, inhalen, reiken tot, leiden tot, uitdraaien op, uitlopen op, beleggen, houden, teweegbrengen, uitschrijven, aandoen, aanrichten, stichten, veroorzaken, afstammen, het gevolg zijn van, ontspruiten, afloop, gevolg, uitkomst, uitvloeisel, voortvloeisel
Engels
Uitgebreide vertaling voor resulting (Engels) in het Nederlands
resulting:
-
the resulting
-
resulting
resulterend-
resulterend bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor resulting:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
voortvloeien | resulting | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
resulterend | resulting |
Verwante woorden van "resulting":
Synoniemen voor "resulting":
resulting vorm van result:
-
the result (consequence; outcome; fruit)
– a phenomenon that follows and is caused by some previous phenomenon 1 -
the result
-
the result (consequence; effect)
-
the result (conclusion; final result; upshot)
-
the result (climax; highest point; peak; culmination; zenith; pinnacle; summit; top; termination)
-
the result (sum; arithmetical problem; answer)
-
to result (course; stream; flow)
voortvloeien uit-
voortvloeien uit werkwoord
-
Conjugations for result:
present
- result
- result
- results
- result
- result
- result
simple past
- resulted
- resulted
- resulted
- resulted
- resulted
- resulted
present perfect
- have resulted
- have resulted
- has resulted
- have resulted
- have resulted
- have resulted
past continuous
- was resulting
- were resulting
- was resulting
- were resulting
- were resulting
- were resulting
future
- shall result
- will result
- will result
- shall result
- will result
- will result
continuous present
- am resulting
- are resulting
- is resulting
- are resulting
- are resulting
- are resulting
subjunctive
- be resulted
- be resulted
- be resulted
- be resulted
- be resulted
- be resulted
diverse
- result!
- let's result!
- resulted
- resulting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor result:
Verwante woorden van "result":
Synoniemen voor "result":
Verwante definities voor "result":
Wiktionary: result
result
Cross Translation:
verb
result
-
to proceed, spring, or rise, as a consequence
- result → veroorzaken; leiden tot; tot gevolg hebben
-
to come out
- result → opleveren; resulteren; uitkomen
Cross Translation: