Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. resilience:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor resilience (Engels) in het Nederlands

resilience:

resilience [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the resilience (stamina)
    de veerkracht; de weerstand; het incasseringsvermogen; het weerstandsvermogen

Vertaal Matrix voor resilience:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
incasseringsvermogen resilience; stamina
veerkracht resilience; stamina elasticity; grid; matrix
weerstand resilience; stamina counter-pressure; rebellion; resistance; revolt; riot
weerstandsvermogen resilience; stamina
- resiliency
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- elasticity; tension

Synoniemen voor "resilience":


Verwante definities voor "resilience":

  1. the physical property of a material that can return to its original shape or position after deformation that does not exceed its elastic limit1
  2. an occurrence of rebounding or springing back1

Wiktionary: resilience

resilience
noun
  1. the mental ability to recover quickly from depression, illness or misfortune
  2. the physical property of material that can resume its shape after being stretched or deformed; elasticity
  3. the ability of a system or company to recover from a catastrophic failure

Cross Translation:
FromToVia
resilience veerkracht; natuurlijke weerstand résilience — mécanique|fr rapport entre l’énergie nécessaire pour briser un métal et la surface de la section brisée.