Engels

Uitgebreide vertaling voor reserves (Engels) in het Nederlands

reserves:

reserves [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the reserves (reserve-troops; reservists)
    de reservisten; de reservetroepen
  2. the reserves
    de reserve
    • reserve [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor reserves:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
reserve reserves reserve; spare; spare part
reservetroepen reserve-troops; reserves; reservists
reservisten reserve-troops; reserves; reservists
- militia

Synoniemen voor "reserves":


Verwante definities voor "reserves":

  1. civilians trained as soldiers but not part of the regular army1


reserve:

to reserve werkwoord (reserves, reserved, reserving)

  1. to reserve (make reservations; allocate; set aside; put aside; put away)
    reserveren; reis boeken; vastleggen; bespreken
    • reserveren werkwoord (reserveer, reserveert, reserveerde, reserveerden, gereserveerd)
    • reis boeken werkwoord
    • vastleggen werkwoord (leg vast, legt vast, legde vast, legden vast, vastgelegd)
    • bespreken werkwoord (bespreek, bespreekt, besprak, bespraken, besproken)
  2. to reserve (allocate; set aside; put aside; put away)
    voorbehouden; reserveren
    • voorbehouden werkwoord (behoud voor, behoudt voor, behield voor, behielden voor, voorbehouden)
    • reserveren werkwoord (reserveer, reserveert, reserveerde, reserveerden, gereserveerd)
  3. to reserve (put aside; set aside; put away)
    reserveren; behouden; opzijleggen; achterhouden; terughouden
    • reserveren werkwoord (reserveer, reserveert, reserveerde, reserveerden, gereserveerd)
    • behouden werkwoord (behoud, behoudt, behield, behielden, behouden)
    • opzijleggen werkwoord (leg opzij, legt opzij, legde opzij, legden opzij, opzij gelegd)
    • achterhouden werkwoord (houd achter, houdt achter, hield achter, hielden achter, achtergehouden)
    • terughouden werkwoord (houd terug, houdt terug, hield terug, hielden terug, teruggehouden)

Conjugations for reserve:

present
  1. reserve
  2. reserve
  3. reserves
  4. reserve
  5. reserve
  6. reserve
simple past
  1. reserved
  2. reserved
  3. reserved
  4. reserved
  5. reserved
  6. reserved
present perfect
  1. have reserved
  2. have reserved
  3. has reserved
  4. have reserved
  5. have reserved
  6. have reserved
past continuous
  1. was reserving
  2. were reserving
  3. was reserving
  4. were reserving
  5. were reserving
  6. were reserving
future
  1. shall reserve
  2. will reserve
  3. will reserve
  4. shall reserve
  5. will reserve
  6. will reserve
continuous present
  1. am reserving
  2. are reserving
  3. is reserving
  4. are reserving
  5. are reserving
  6. are reserving
subjunctive
  1. be reserved
  2. be reserved
  3. be reserved
  4. be reserved
  5. be reserved
  6. be reserved
diverse
  1. reserve!
  2. let's reserve!
  3. reserved
  4. reserving
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

reserve [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the reserve (spare part; spare)
    de reserve
    • reserve [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. the reserve (restraint; reticence)
    de terughoudendheid; de gereserveerdheid
  3. the reserve (shyness; reticence; discomfiture; )
    de verlegenheid; de bedeesdheid; de timiditeit; de schroom; de geslotenheid; de schuwheid
  4. the reserve (reservist; substitute)
    de reservist

Vertaal Matrix voor reserve:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedeesdheid discomfiture; reserve; restraint; reticence; shyness; timidity; timorousness
bespreken discussing; talking about
gereserveerdheid reserve; restraint; reticence air of distance; cold; coldness; cool; coolness; detachment
geslotenheid discomfiture; reserve; restraint; reticence; shyness; timidity; timorousness
reserve reserve; spare; spare part reserves
reservist reserve; reservist; substitute
schroom discomfiture; reserve; restraint; reticence; shyness; timidity; timorousness anxiety; awkwardness; discomfiture; embarrassment; timidity
schuwheid discomfiture; reserve; restraint; reticence; shyness; timidity; timorousness syness; timidity
terughoudendheid reserve; restraint; reticence
timiditeit discomfiture; reserve; restraint; reticence; shyness; timidity; timorousness
verlegenheid discomfiture; reserve; restraint; reticence; shyness; timidity; timorousness awkwardness; discomfiture; embarrassment
- backlog; military reserve; modesty; reservation; reticence; second-stringer; stockpile; substitute; taciturnity
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achterhouden put aside; put away; reserve; set aside blur; conceal; disguise; gloss over; hide; hush up; mantle; nick; pinch; restrain; snitch; steal; suppress; veil
behouden put aside; put away; reserve; set aside conserve; guard; keep; keep up; maintain; preserve; protect; provide for; retain; shield; support
bespreken allocate; make reservations; put aside; put away; reserve; set aside comment; discuss; review; speak about; talk about; talk it over
opzijleggen put aside; put away; reserve; set aside
reis boeken allocate; make reservations; put aside; put away; reserve; set aside
reserveren allocate; make reservations; put aside; put away; reserve; set aside
terughouden put aside; put away; reserve; set aside crush; fend off; keep back; keep in control; keep off; lay off; parry; pulverise; pulverize; recant; retract; revoke; rub fine; subdue; suppress; take back; withhold
vastleggen allocate; make reservations; put aside; put away; reserve; set aside anchor; book; chain; enter into; fasten; fasten to a rope; fetter; fix; fix deposit; inscribe; legally bind; list; moor; note; note down; put on fixed deposit; record; register; secure; sign up; tie; tie up; write down
voorbehouden allocate; put aside; put away; reserve; set aside
- allow; appropriate; book; earmark; hold; set aside
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- damend; require

Verwante woorden van "reserve":


Synoniemen voor "reserve":


Verwante definities voor "reserve":

  1. the trait of being uncommunicative; not volunteering anything more than necessary1
  2. formality and propriety of manner1
  3. armed forces that are not on active duty but can be called in an emergency1
  4. a district that is reserved for particular purpose1
  5. an athlete who plays only when a starter on the team is replaced1
  6. something kept back or saved for future use or a special purpose1
  7. (medicine) potential capacity to respond in order to maintain vital functions1
  8. give or assign a resource to a particular person or cause1
  9. obtain or arrange (for oneself) in advance1
    • We managed to reserve a table at Maxim's1
  10. hold back or set aside, especially for future use or contingency1
  11. arrange for and reserve (something for someone else) in advance1
    • reserve me a seat on a flight1
  12. A command that allocates contiguous disk space for the device instance's workspace. Digital video devices recognize this command.2

Wiktionary: reserve

reserve
noun
  1. that which is reserved, or kept back, as for future use
  2. -
verb
  1. to keep back; to retain
  2. to keep in store for future or special use
  3. to book in advance
reserve
verb
  1. vooruit bestellen

Cross Translation:
FromToVia
reserve reserve; voorbehoud; provisie; voorziening; magazijn; provisiekamer; voorraadkamer; provisiekast; voorraad; restrictie; bergplaats; bergruimte; bewaarplaats; opslag; opslagplaats réserveaction de réserver.
reserve openhouden; reserveren; vrijhouden; bespreken; boeken réservergarder, retenir quelque chose d’un tout, une chose entre plusieurs autres.

Verwante vertalingen van reserves