Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. rein:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor rein (Engels) in het Nederlands

rein:

rein [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the rein (bridle; reins)
    de teugel; de toom; het leidsel
    • teugel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • toom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • leidsel [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rein:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
leidsel bridle; rein; reins
teugel bridle; rein; reins bridle; leading strings
toom bridle; rein; reins collar; gear; harness; tackling
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- draw rein; harness; rein in; rule

Synoniemen voor "rein":


Verwante definities voor "rein":

  1. one of a pair of long straps (usually connected to the bit or the headpiece) used to control a horse1
  2. any means of control1
    • he took up the reins of government1
  3. keep in check1
  4. stop or check by or as if by a pull at the reins1
    • He reined in his horses in front of the post office1
  5. stop or slow up one's horse or oneself by or as if by pulling the reins1
    • They reined in in front of the post office1
  6. control and direct with or as if by reins1
    • rein a horse1

Wiktionary: rein

rein
noun
  1. strap or rope
verb
  1. to direct or stop a horse using reins
rein
noun
  1. riem of koord voor het besturen van dieren

Cross Translation:
FromToVia
rein teugel Zügel — Riemen oder Seil, mit dem man Reittiere lenkt