Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- refer:
-
Wiktionary:
- refer → verwijzen, doorverwijzen, refereren
- refer → berichten, herplaatsen, terugplaatsen, aanbrengen, melden, overbrengen, verslaan, verslag uitbrengen, opleveren, opbrengen
Engels
Uitgebreide vertaling voor refer (Engels) in het Nederlands
refer:
-
to refer
-
to refer
doorverwijzen-
doorverwijzen werkwoord
-
Conjugations for refer:
present
- refer
- refer
- refers
- refer
- refer
- refer
simple past
- referred
- referred
- referred
- referred
- referred
- referred
present perfect
- have referred
- have referred
- has referred
- have referred
- have referred
- have referred
past continuous
- was referring
- were referring
- was referring
- were referring
- were referring
- were referring
future
- shall refer
- will refer
- will refer
- shall refer
- will refer
- will refer
continuous present
- am referring
- are referring
- is referring
- are referring
- are referring
- are referring
subjunctive
- be referred
- be referred
- be referred
- be referred
- be referred
- be referred
diverse
- refer!
- let's refer!
- referred
- referring
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor refer:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
doorverwijzen | refer | |
refereren | refer | |
- | advert; bear on; bring up; cite; come to; concern; consult; denote; have-to doe with; look up; mention; name; pertain; relate; touch; touch on | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | submit |
Verwante woorden van "refer":
Synoniemen voor "refer":
Verwante definities voor "refer":
Wiktionary: refer
refer
Cross Translation:
verb
refer
-
to direct to a source for help or information
- refer → verwijzen; doorverwijzen
-
to submit to an authority figure for consideration
- refer → verwijzen
-
to direct the attention of
- refer → verwijzen
-
-
- refer → refereren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• refer | → berichten | ↔ berichten — jemanden über etwas informieren |
• refer | → herplaatsen; terugplaatsen; aanbrengen; melden; overbrengen; verslaan; verslag uitbrengen; opleveren; opbrengen | ↔ rapporter — apporter une chose, la remettre au lieu où elle était. |